92, Genève, 11 september, natuurlijke dood
Zwitsers regisseur, scenarioschrijver en producent. In de jaren 70 en 80 populair in de arthouses met films over vervreemding en utopisme, zoals La salamandre (1971), Le milieu du monde (1974) en Jonas qui aura 25 ans en l’an 2000/Jonas die 25 wordt in het jaar 2000 (1976). Schreef herhaaldelijk scenario’s in samenwerking met de marxistische kunsthistoricus John Berger. Midden jaren 60 medeoprichter (met onder anderen Claude Goretta en Michel Soutter) van ‘Le Groupe 5’, die het ideaal realiseerde van een (internationaal) succesvolle Zwitserse filmproductie. Tanner produceerde al zijn films zelf.Tanner was korte tijd zeeman, tot hij een betrekking vond in het archief van het British Film Institute. Samen met Goretta regisseerde hij in Londen de middellange documentaire Nice Time (rond Piccadilly Circus; 1957), die zou uitgroeien tot een vlaggenschip van de zogeheten Free Cinema. Na enige assistentschappen in Frankrijk belandde Tanner bij de Franstalige Zwitserse televisie, waar hij vooral korte documentaires regisseerde. Zijn speelfilmdebuut Charles, mort ou vif (1969) won in Locarno het Gouden Luipaard. Daarna maakte Tanner films als Le retour d’Afrique (1972), Messidor (1979),
het Engelstalige Light Years Away/Les années lumière (Grote Juryprijs Cannes; 1981), Dans la ville blanche/In the White City (in Lissabon; 1983), No Man’s Land (1985) en Une flamme dans mon coeur (1987). Deze eerste tien speeelfilms kwamen ook in de Nederlandse bioscoop uit, daarna bijna geen enkele, met uitzondering van Fourbi (1997). Het late werk bestaat uit La vallée fantôme (1987), La femme de Rose Hill (1989), L’homme qui a perdu son ombre (1991), Le journal de Lady M (1993), de documentaire Les hommes du port (over de haven van Genua; 1995), Requiem (1998), Jonas et Lila, à demain (1999), Fleurs de sang/Flores de sangre (samen met hoofdrolspeelster Myriam Mézières, 2002) en Paul s’en va (2004). Jurylid in Cannes (1972) en Venetië (1983).