Andrew Sarris

83, New York, 20 juni, infectie na een val

 

Amerikaans filmcriticus. Schreef sinds 1960 voor The Village Voice, na in 1955 te hebben gedebuteerd in Film Culture, een blad opgericht door de film makende broers Jonas en Adolfas Mekas. Sarris was gedurende zeker drie decennia de meest gezaghebbende filmcriticus in Noord-Amerika, wiens positie alleen werd bedreigd door collega Pauline Kael, met wie hij voortdurend in polemiek verkeerde. Van de twee was Kael de meer emotionele en Sarris de meest cinefiele. Hij introduceerde in de VS de politique des auteurs, ontwikkeld door de critici van les Cahiers du cinéma, met wie Sarris tijdens een jaar in Parijs (1959) nauw bevriend was geraakt. Hij publiceerde in 1962 het essay Notes on the Auteur Theoryen lanceerde in 1968 zijn pantheon in het zeer invloedrijke boek The American Cinema: Directors and Directions 1929-1968. Daarin figureerden grofweg dezelfde namen als in de Cahiers, dus Welles, Ford, Hawks, Hitchcock, Ray maar geen Huston, Kubrick, Wyler, Wilder, hoewel de laatste in een later stadium door Sarris uitgebreid gerehabiliteerd zou worden. Zou officieuze scenariobijdragen hebben geleverd aan Justine (George Cukor, 1969) en Promise at Dawn/Promesse à l’aube (Jules Dassin, 1970). Getrouwd met collega Molly Haskell, die hij ontmoette bij een persvoorstelling van Scorpio Rising (Kenneth Anger, 1964).

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.