Anthony Hinds

91, Engeland, 30 september, natuurlijke dood
Engels producent, studiochef en scenarist, het laatste altijd onder het pseudoniem John Elder. Zoon van juwelier en komiek William Hinds, die onder de naam Will Hammer in 1934 de gelijknamige filmproductiemaatschappij oprichtte (samen met de Spanjaard Enrique Carreras). In 1946 ging Hinds jr. voor Hammer werken en speelde als producent en scenarioschrijver een cruciale rol in de transformatie van obscuur producent van B-films naar een toonaangevende horrorstudio. Zo bedacht hij om uit kostenoverwegingen te gaan draaien in leegstaande landhuizen en verwierf hij de bioscooprechten van een BBC-serie, die bewerkt tot film onder de titel The Quatermass Xperiment/The Creeping Unknown (Val Guest, 1954) een grote hit werd.

Eerste productie voor Hammer: Who Killed Van Loon? (Gordon Kyle en Lionel Tomlinson, 1948). Voorts onder neer Celia (Francis Searle, 1949), What the Butler Saw (Godfrey Grayson, 1950), Man in Black (Searle, 1950), Cloudburst (Searle, 1952), The Last Page (Terence Fisher, 1962), Wings of Danger (Fisher, 1952), Stolen Face (Fisher, 1952), The Gambler and the Lady (Patrick Jenkins, 1952), The Flanagan Boy (Reginald Le Borg, 1953), The Saint’s Return (Seymour Friedman, 1953), 36 Hours (Montgomery Tully, 1953), The House Across the Lake (Ken Hughes, 1954), Five Days (Tully, 1954), The Glass Cage/The Glass Tomb (Tully, 1955), X: The Unknown (Leslie Norman, 1956), The Curse of Frankenstein (Fisher, 1957), Quatermass 2 (Guest, 1957), The Camp on Blood Island (Guest, 1958), Dracula/Horror of Dracula/De nachtmerrie van Dracula (Fisher, 1958),

The Revenge of Frankenstein (Fisher, 1958), The Hound of the Baskervilles (Fisher, 1959), The Stranglers of Bombay (Fisher, 1959), The Brides of Dracula (Fisher, 1960), Paranoiac (Freddie Francis, 1963), The Damned (Joseph Losey,, 1963), Fanatic/Die! Die! Darling (Silvio Narizzano, 1965), The Lost Continent (Michael Carreras en Norman, 1968) en Journey to Midnight (Roy Ward Baker en Alan Gibson, 1968). Hinds produceerde en schreef (onder pseudoniem) voor Hammer The Curse of the Werewolf (Fisher, 1961), The Phantom of the Opera (Fisher, 1962), The Kiss of the Vampire (Don Sharp, 1963) en The Evil of Frankenstein (Francis, 1964). Daarnaast schreef hij Captain Clegg (Peter Graham Scott, 1962), The Reptile (John Gilling, 1966), Rasputin: The Mad Monk (Sharp, 1966), The Mummy’s Shroud (Gilling, 1967), Frankenstein Created Woman (Fisher, 1967), Dracula Has Risen from the Grave (Francis, 1968), Taste the Blood of Dracula/Het bloed van Dracula (Peter Sasdy, 1970), Scars of Dracula (Ward Baker, 1970), Frankenstein and the Monster from Hell (Fisher, 1973), The Ghoul (Francis, 1975) en Legend of the Werewolf (Francis, 1975).

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.