88, Londen?, 23 mei, doodsoorzaak onbekend
Engels actrice, vooral in het theater. Begon als mannequin, Hoofdrol tegenover The Dave Clark Five in Catch Us If You Can/Having a Wild Weekend (het regiedebuut van John Boorman, 1965) en als minnares van dirigent Oskar Werner in Interlude (Kevin Billington, 1968). Filmdebuut in A Pair of Briefs (Ralph Thomas, 1962).Top-billed als vrouw die steeds maar zwanger wil zijn in A Nice Girl Like Me (Desmond Davis, 1969), Ook in films als Term of Trial (Peter Glenville, 1962), Sparrows Can’t Sing (Joan Littlewood, 1963), A Place to Go (Basil Dearden, 1963), Bitter Harvest (Peter Graham Scott, 1963), Children of the Damned (Anton Leader, 1964), The System/The Girl-Getters (Michael Winner, 1964), A Chorus of Disapproval (Winner, 1989) en The Krays (Peter Medak, 1990). Op televisie onder meer als de domineesvrouw in de serie All-in Good Faith (1985-87). Op West-End geliefd vertolker van stukken van bij voorbeeld Edward Bond en David Hare, en in de originele versie van There’s A Girl in My Soup (verfilmd met Goldie Hawn; Roy Boulting, 1970). Getrouwd met producent (Goldcrest) John Quested.