95, Mount Airy NC, 16 oktober, na een korte ziekte
Amerikaans actrice, aanvankelijk vermeld als Betty Ann Lynn. Oorspronkelijk zangeres, ook in enkele Broadway-musicals. Onder contract bij 20th Century-Fox, dat haar echter niet veel werk bezorgde, naar eigen zeggen wegens ‘rood haar, sproeten en gebrek aan boezem’. Debuut in Apartment for Peggy/Een flatje voor Peggy (George Seaton, 1948), bekendste film Cheaper by the Dozen (Walter Lang, 1950). Andere Fox-producties waren Sitting Pretty (Lang, 1948), Mother Is a Freshman (Lloyd Bacon, 1949), Father Was a Fullback (John M. Stahl, 1949) en Take Care of My Little Girl (Jean Negulesco, 1951). Ook in de Warner Bros-productie June Bride (Bretaigne Windust, 1948), voor RKO in Payment on Demand (als Bette Davis’ dochter; Curtis Bernhardt, 1951), voor MGM in de musical Meet Me in Las Vegas (als George Chakiris’ bruid; Roy Rowland, 1956), voor Universal in Behind the High Wall/Spel met de dood (Abner Biberman, 1956) en de western Gun for a Coward/Vuurdoop van een lafaard (Biberman, 1957), voor Paramount in The Hangman (Michael Curtiz, 1959) en in de onafhankelijke producties The Louisiana Hussy (Lee Sholem, 1959) en The Singles (Sande N. Johnsen, 1967). Zonder credit tegenover Esther Williams in Million Dollar Mermaid (Mervyn LeRoy, 1952), in Ricochet Romance/The Matchmakers (Charles Lamont, 1954) en Many Rivers to Cross (Rowland, 1955). Op tv vooral een vaste kracht in The Andy Griffith Show (1961-66) en in My Three Sons (1967-71).