Burt Bacharach

94, Los Angeles, 8 februari, natuurlijke dood

Amerikaans songwriter, componist, pianist en muziekproducent. Zoon van columnist Bert Bacharach. Zeer productief als auteur van klassieke songs, veelal samen met tekstschrijver Hal David (1921-2012). Direct herkenbare muzikale stijl, volgens sommigen ‘de Bach van de populaire muziek’. Drie Oscars: voor de score van Butch Cassidy and the Sundance Kid (George Roy Hill, 1969), de song Raindrops Keep Fallin’ on My Head uit dezelfde film (samen met David) en de song Arthur’s Theme (Best That You Can Do) uit Arthur (samen met Carole Bayer Sager, Christopher Cross en Peter Allen; Steve Gordon, 1981). Nog drie Oscarnominaties (steeds samen met David) voor beste originele liedje: de titelsongs van What’s New Pussycat? (Clive Donner, 1965), Alfie (Lewis Gilbert, 1966) en The Look of Love uit de apocriefe Bond-film Casino Royale (tevens soundtrack; Val Guest, Ken Hughes en John Huston, 1967).

Tot zijn bekendste filmsoundtracks behoren The Blob (alleen thema, zonder credit; Irvin S. Yeaworth Jr., 1958), de Sissi-compilatie Forever My Love (tevens titelsong; Ernst Marischka, 1962), de Engelstalige versie van Caccia alle volpe/After the Fox (Vittorio De Sica, 1966), de remake als musical van Lost Horizon (tevens titelsong; Charles Jarrott, 1973), Night Shift (tevens titelsong; Ron Howard, 1982), Arthur 2: On the Rocks (Bud Yorkin, 1988), Love Hurts (Yorkin, 1990), Isn’t She Great (over bestsellerauteur Jacqueline Susann; Andrew Bergman, 2000) en A Boy Called Po (John Asher, 2016). Alleen titelsongs van The Sad Sack (zonder credit; George Marshall, 1957), Country Music Holiday (Alvin Ganzer, 1958), Love in a Goldfish Bowl (Jack Sher, 1961), A House Is Not a Home (Russell Rouse, 1964), Send Me No Flowers (Norman Jewison, 1964), Made in Paris (Boris Sagal, 1966), Promise Her Anything (Arthur Hiller, 1966), The April Fools (Stuart Rosenberg, 1969), Something Big (alleen titelsong; Andrew V. McLaglen, 1971) en Making Love (Hiller, 1982).

Voormalig begeleider van Marlene Dietrich en jazzpianist begon zijn loopbaan als muzikaal auteur in de liedjesfabriek van het New Yorkse Brill Building. Tot de eerste hits van Bacharach-David behoren Marty Robbins’ country song The Story of My Life (1957) en Perry Como’s evergreen Magic Moments (1957). Hun belangrijkste vertolker werd zangeres Dionne Warwick, later maakte Bacharach ook een plaat met de Nederandse Trijntje Oosterhuis (2009). Zijn liedjes werden (her)gebruikt in honderden films, er werden zelfs enkele films naar vernoemd, bij voorbeeld Baby It’s You (liedje zelf ontbreekt op de soundtrack; John Sayles, 1983), Say a Little Prayer (Richard Lowenstein, 1993) en The Look of Love (Michael Winterbottom, 2013), alsmede de BBC-serie over de geschiedenis van de popmuziek Walk On By: The Story of Popular Song (2002). Bacharach speelde zichzelf (cameo’s) in Austin Powers: The Spy Who Shagged Me (Jay Roach, 1999) en Austin Powers in Goldmember (Roach, 2002). Autobiografie: Anyone Who Had a Heart (2013). Gescheiden van actrices Paula Stewart en Angie Dickinson en tekstschrijver Carole Bayer Sager.

 

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.