Sir Peter Hall

86, Londen, 11 september 2017, natuurlijke dood na dementie.

Engels theater- en filmregisseur, intendant en acteur. Invloedrijk theatervernieuwer, oprichter en artistiek leider van The Royal Shakespeare Company (1960-66). Regisseerde enkele bioscoopfilms, te beginnen met de hippe komedie Work Is A 4-Letter Word (met David Warner en Cilla Black; 1968). Bekendste film: het relatiedrama Three Into Two Won’t Go (met Claire Bloom en Rod Steiger; 1968). Voorts de misdaadkomedie Perfect Friday (met Ursula Andress, Stanley Baker en Warner; 1970), de in het Suffolk van Halls jeugd gesitueerde kostuumfilm Akenfield (tevens productie; 1974).

Lees meer

John G. Avildsen

81, Los Angeles, 16 juni 2017, alvleesklierkanker.

Amerikaans regisseur en cameraman. Won een Oscar voor de regie van de surprisehit Rocky (1976), over de tegen de klippen op zegevierende bokser Rocky Balboa (Sylvester Stallone). Regisseerde ook het laatste deel van de cyclus, Rocky V (1990). Gespecialiseerd in goed gemaakte speelfilms met een min of meer populistische en/of feelgood inslag, zoals het welwillende portret van een door Peter Boyle gespeelde wraaklustige patriot, Joe (1970), of een andere verrassingshit, The Karate Kid (1984) en de vervolgfilms The Karate Kid II (1986) en The Karate Kid Part III (1989).

Lees meer

Piotr Andrejew

69, Warschau, 12 juni 2017, natuurlijke dood.

Pools regisseur en scenarioschrijver. Verhuisde wegens de Staat van Beleg in 1982 naar Nederland, waar hij twee goed ontvangen korte films maakte, Capriccio di Amsterdam (1983) en The End (1984). Zijn Engelstalige speelfilm Shadowman met Jeroen Krabbé en Tom Hulce, was in 1988 de openingsfilm van de Nederlandse Filmdagen en kreeg zeer negatieve reacties, ook omdat hij opperde dat vreemdelingenhaat tijdens de Duitse bezetting Nederlanders wel eens tot een neerbuigende behandeling en mogelijk verraad van onderduikers had kunnen aanzetten.

Lees meer

Adrian Brine

80, Amsterdam, 11 mei, hartfalen

Engels acteur en regisseur. Kwam na een opleiding in Oxford en ruime ervaring als theater- en televisieregisseur in 1965 naar België en Nederland, waar hij onder meer stukken regisseerde voor het Brusselse Théâtre de Poche en Théâtre National de Belqique en toneelgroep Globe in Eindhoven. Speelde ook in talloze Nederlandse en internationale filmproducties, te beginnen met de korte film Festival of Love (Wim Verstappen, 1966). Daarna in de thriller Obsessions/Bezeten – Het gat in de muur (Pim de la Parra, 1969), Rubia’s Jungle (De la Parra, 1970), Lifespan (Alexander Whitelaw, 1975), Max Havelaar (Fons Rademakers, 1976), Barocco (André Téchiné, 1976), Het debuut (Nouchka van Brakel, 1977), Une page d’amour (Maurice Rabinowicz, 1978), als aborteur in De mantel der liefde (Adriaan Ditvoorst, 1978), Mysteries (Paul de Lussanet, 1978), Les sœurs Brontë (Téchiné, 1979), Twee vrouwen/Twice a Woman (George Sluizer, 1979),


La mémoire courte (Eduardo de Gregorio, 1979), Een vrouw tussen hond en wolf (André Delvaux, 1979), Gossamer (top-billed; Anton Kothuis, 1980), Een vlucht regenwulpen (Ate de Jong, 1981), Het meisje met het rode haar (Ben Verbong, 1981), De schorpioen (Verbong, 1984), De Dream (Pieter Verhoeff, 1985), Pervola, sporen in de sneeuw (Orlow Seunke, 1985), Blonde Dolly (Gerrit van Elst, 1987), Zoeken naar Eileen (Rudolf van den Berg, 1987), de gespeelde documentaire Victim of the Brain (Piet Hoenderdos, 1988), De kassière (Verbong, 1989), Vincent & Theo (Robert Altman, 1990), Luba (Alejandro Agresti, 1990), Everybody Wants to Help Ernest (Agresti, 1991), Modern Crimes (Agresti, 1992), De drie beste dingen in het leven (Ger Poppelaars, 1992), Hoffman’s honger (Leon de Winter, 1993), Between the Devil and the Deep Blue Sea (Marion Hänsel, 1995), The Commissioner (Sluizer, 1998), Het 14e kippetje (Hany Abu-Assad, 1998), Madelief: Krassen in het tafelblad (Ineke Houtman, 1998),
Farewell Pavel (top-billed; Rosemarie Blank, 1999), An Amsterdam Tale (Dorna van Rouveroy, 1999), het tv-drama De zeven deugden: Wodan (Norbert ter Hall, 1999), de telefilm De ordening (Pieter Kuijpers, 2003), de Italiaanse korte film Lukas (top-billed; Alessandro Nico Savino, 2005), Oorlogsrust (Doesjka van Hoogdalem, 2006), Dennis P. (Kuijpers, 2007) en de korte films X-Ray Eyes (trailer voor IDFA; Mike van Diem, 2005), The Old Windmill Shop (top-billed; Pieter-Rim de Kroon, 2006), La tristesse riche (Erwin Olaf, 2010) en de eindexamenfilm The Space between Us (Marc S. Nollkaemper, 2015). Vertaalde twee originele scenario’s van Wim T. Schippers in het Engels, Cross Now (Andrew Wilson, 1977) en Ramp Ahead (Schippers, 1980). Levenspartner van casting director Hans Kemna.

Andrzej Zuławski

75, Warschau, 17 februari, kanker

In het huidige Oekraïne (Lwów/Lviv) geboren Pools regisseur en scenarioschrijver. Maakte de meeste en belangrijkste films in Frankrijk. Origineel auteur van visueel barokke cinema, met een expressionistische obsessie voor erotiek, geweld, vernedering en hysterische heldinnen. Ging in Parijse ballingschap nadat de Poolse autoriteiten zijn tweede lange speelfilm Diabel/The Devil (1972) in de ban hadden gedaan. De film had als ster Żuławski’s eerste muze, actrice Małgorzata Braunek, net als in zijn debuut Trzecia częśc nocy/Third Part of the Night (1971), gebaseerd op een boek van zijn vader, journalist en diplomaat Mirosław Żuławski.


Groeide op in Frankrijk, Tsjecho-Slowakije en Polen, Studeerde vanaf 1957 twee jaar aan de filmschool IDHEC in Parijs. Bewonderaar van Andrzej Wajda, die hij later bij enkele films als regieassistent terzijde zou staan. Regisseerde enkele middellange films voor tv. Eerste Franse film was het intense L’important c’est d’aimer (met Romy Schneider; 1975), een film over filmopnamen naar Christopher Franks roman La nuit américaine (die weer niets te maken had met de gelijknamige film over een film van François Truffaut uit 1972). De goede ontvangst van deze film bezorgde de regisseur een uitnodiging om naar Polen terug te keren voor een project naar eigen keuze. Het werd de sciencefictionproductie Na srebrnym globie/On the Silver Globe, gebaseerd op een roman van zijn oudoom Jerzy Żuławski. Opnieuw botste het resultaat met de censuur en al het materiaal werd in een kluis gestopt. Pas in 1988 ging een reconstructie (met commentaar in plaats van de ontbrekende delen) in première in Cannes (Un certain regard).
Zulawski’s ON THE SILVER GLOBE (trailer) from Cinefamily on Vimeo.

Vanaf 1980 werkte hij vooral in Frankrijk. Het extreme Possession (1981), waarin Isabelle Adjani onder meer erotisch worstelt met een inktvisachtig monster uit haar eigen verbeelding, bezorgde de actrice een César en de prijs voor beste actrice in Cannes. Daarna La femme publique (competitie Cannes 1984), een vrije bewerking van Dostojewski’s De idioot onder de titel L’amour braque (met Sophie Marceau; 1985), Mes nuits sont plus belles que vos jours (naar de bestseller van Raphaële Billetdoux, met Marceau; 1989) en de operafilm Boris Godounov (1989). Veel minder aandacht kreeg Zuławski’s latere werk: La note bleue (over de laatste dagen van Chopin, met Marceau als Solange Sand; 1991), het Poolse Szamanka/De sjamane (1996), La fidélité (met Marceau; 2000) en de recente Gombrowicz-verfilming Cosmos (regieprijs Locarno; 2015). Behalve voor zijn eigen films schreef Zuławski het scenario van Maladie d’amour (Jacques Deray, 1989). Regisseerde ook theater en schreef verschillende romans, waaronder twee over zijn breuk met Marceau. Vader van twee zonen, met Braunek en met Marceau.
The Unbelievable Genius of Andrzej Zulawski (trailer) from Cinefamily on Vimeo.

Arman Manarian

86, Jerevan, 16 februari, doodsoorzaak onbekend

In Iran geboren Armeens regisseur en scenarioschrijver. Vooral bekend door zijn korte film Tjvjik (1961), genoemd naar een gerecht van lever en uien. Kwam in 1946 naar de Armeense sovjetrepubliek en studeerde in 1962 af aan de Moskouse filmschool VGIK. Zijn handvol lange speelfilms voor de studio Armenfilm loste de belofte van zijn debuut nooit in. Maakte ook animatiefilms en documentaires. Broer van acteur Jervand Manarian.