Catherine Spaak

77, Rome, 17 april, doodsoorzaak onbekend

 

In Frankrijk geboren, oorspronkelijk Belgisch actrice en zangeres, Dochter van scenarioschrijver Charles Spaak, nicht van politicus Paul-Henri Spaak, zuster van actrice Agnès Spaak. Vanaf haar 15de in Italië, waar ze meteen debuteerde als seksueel ontluikende puber in I dolci inganni/Sweet Deceptions (top-billed; Alberto Lattuada, 1960), na verschijningen zonder credit in Le trou (Jacques Becker, 1960) en Il carro armato dell’8 settembre (Gianni Puccini, 1960). Ook in bij voorbeeld Il sorpasso (Dino Risi, 1962) en Il gatto a nove code/The Cat o’Nine Tails/De kat met de negen staarten (Dario Argento, 1971). Tienerster in films als Le puits aux trois vérités (François Villiers, 1961), La voglia matta/Krankzinnige begeerte (Luciano Salce, 1962), Diciottenni al sole/Eighteen in the Sun (top-billed; Camillo Mastrocinque, 1962), L’amore difficile (segment Sergio Sollima, 1962), La parmigiana/De verleidster van Parma (Antonio Pietrangeli, 1963), Le monachine/The Little Nuns (top-billed; Salce, 1963), La noia/The Empty Canvas (Damiano Damiani, 1963) en La calda vita (top-billed; Florestano Vancini, 1964).

Allengs werden haar personages volwassener, zoals in alle segmenten van het drieluik 3 notti d’amore (Renato Castellani, Luigi Comencini en Franco Rossi, 1964), La ronde (Roger Vadim, 1964), Week-end à Zuydcoote/Weekend bij Duinkerken (Henri Verneuil, 1964), La bugiarda/De vrouw die 3 mannen beminde (top-billed; Comencini, 1965), Oggi, domani, dopodomani (segment Marco Ferreri, 1965), Made in Italy (Nanni Loy, 1965), Madamigella di Maupin (top-billed; Mauro Bolognini, 1966), Adulterio all’Italiana (top-billed; Pasquale Festa Campanile, 1966), L’armata Brancaleone (Mario Monicelli, 1966), Non faccio la guerra, faccio l’amore (top-billed; Rossi, 1966), het Amerikaanse Hotel (Richard Quine, 1967), La note è fatta per… rubare (top-billed; Giorgio Capitani, 1967), Il marito è mio e l’ammazzo quando mi pare (top-billed; Festa Campanile, 1968), L’uomo dei cinque palloni (Ferreri, 1968), La matriarca (top-billed; Festa Campanile, 1968), Una ragazza piuttosto complicata (top-billed; Damiani, 1969), If It’s Tuesday, This Must Be Belgium (cameo; Mel Stuart, 1969), Certo, certissimo, anzi… probabile/Diary of a Telephone Operator (Marcello Fondato, 1969), Con quale amore, con quanto amore (top-billed; Festa Campanile, 1970), Un meurtre est un meurtre/Een moord is een moord is een moord (Etienne Périer, 1972), Cari genitori (Enrico Maria Salerno, 1973), Storia di una monaca di clausura/Story of a Cloistered Nun/De non en haar duivel (Domenico Paolella, 1973), La via dei babbuini (top-billed; Luigi Magni, 1974), Los pájaros de Baden-Baden (top-billed; Mario Camus, 1975), Take a Hard Ride (Antonio Margheriti, 1975), Febbre da cavallo (Steno, 1976), Les séducteurs/Sunday Lovers (segment Risi, 1980), Io e Caterina (Alberto Sordi, 1980), Claretta (Pasquale Squitieri, 1984), Scandalo segreto (Monica Vitti, 1990), L’uomo privato (Emidio Greco, 2007), I più grandi di tutti (Carlo Virzi, 2011) en La vacanza (Enrico Iannaccone, 2019). Werd als zangeres soms vergeleken met Françoise Hardy, van wie ze in 1963 enkele liedjes in het Italiaans opnam. Vier keer gescheiden, onder meer van acteur Fabrizio Capucci en zanger Johnny Dorelli.

 

 

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.