Christopher Challis

93, Bristol, 31 mei, natuurlijke dood

Engels cameraman. Creatieve DoP met ruime ervaring in barok kleurgebruik en studiobelichting, die zich minder goed thuis voelde bij realisme op locatie. Maakte zijn beste werk voor de productiemaatschappij The Archers van Michael Powell en Emeric Pressburger en later voor zes films van regisseur Stanley Donen. Begon als technisch stagiair bij het Britse Technicoloren camera-assistent, met name van Georges Périnal en Jack Cardiff. Second unit cameraman bij The Thief of Baghdad (Powell, Ludwig Berger en Tim Whelan, 1940), lighting cameraman van Cardiff bij A Matter of Life and Death (Powell en Pressburger, 1946) en Black Narcissus (Powell en Pressburger, 1947), zijn camera operator bij The Red Shoes (Powell en Pressburger, 1948). Eerste eigen credit als director of photographyvoor de Archers-productie The End of the River (Derek Twist, 1947).

Daarna onder meer The Small Back Room (Powell en Pressburger, 1948), Gone to Earth (Powell, Pressburger en Rouben Mamoulian, 1950), The Elusive Pimpernel (Powell en Pressburger, 1950), The Tales of Hoffmann (Powell en Pressburger, 1951), The Story of Gilbert and Sullivan (Sidney Gilliat, 1952), Genevieve (Henry Cornelius, 1953), Twice upon a Time (Pressburger, 1953), The Flame and the Flesh (Richard Brooks, 1954), Quentin Durward (Richard Thorpe, 1955), Oh..Rosalinda!! (Powell en Pressburger, 1955), Footsteps in the Fog (Arthur Lubin, 1955), Raising a Riot (Wendy Toye, 1955), Ill Met by Moonlight (Powell en Pressburger, 1956), The Battle of the River Plate (Powell en Pressburger, 1956), Windom’s Way (Ronald Neame, 1957), The Spanish Gardener (Philip Leacock, 1957), Blind Date (Joseph Losey, 1959), The Captain’s Table (Jack Lee, 1959), The Grass Is Greener (Donen, 1960), Surprise Package (Donen, 1960), Never Let Go (John Berry, 1960), Sink the Bismarck! (Lewis Gilbert, 1960), Flame in the Streets (Roy Ward Baker, 1961), The Long Ships (Cardiff, 1963), The Victors (Carl Foreman, 1963), A Shot in the Dark (Blake Edwards, 1964), Those Magnificent Men in TheirFlying Machines/Die knotsgekke kerels in hun vliegende kratten (Ken Annakin, 1965), Kaleidoscope (Jack Smight, 1966), Arabesque (BAFTA-prijs voor beste kleurenfotografie; Donen, 1966),

Two for the Road (Donen, 1967), Chitty Chitty Bang Bang (Ken Hughes, 1968), A Dandy in Aspic (Anthony Mann, 1968), The Staircase (Donen, 1969), The Private Life of Sherlock Holmes (Billy Wilder, 1970), Mary, Queen of Scots (Charles Jarrott, 1971), de korte film The Boy Who Turned Yellow (Powell, 1972), Follow Me! (Carol Reed, 1972), The Little Prince (Donen, 1974), The Deep (Peter Yates, 1977), Force 10 from Navarone (Guy Hamilton, 1978), The Riddleof the Sands (Tony Maylam, 1979), de Agatha Christie-films The Mirror Crack’d (Hamilton, 1980) en Evil under the Sun (Hamilton, 1982), Top Secret! (Jim Abrahams, David en Jerry Zucker,1984) en Steaming (Losey, 1985). Publiceerde zijn memoires onder de titel Are They Really So Awful? A Cameraman’s Chronicle.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.