Claude Pinoteau

87, Neuillysur-Seine, 5 oktober, kanker

 

Frans regisseur, scenarioschrijver en producent. Twee van zijn filmhits maakten een ster van een tot dan toe onbekend tienermeisje: de 19-jarige Isabelle Adjaniin La gifle (Prix Louis Delluc 1974) en de 14-jarige Sophie Marceau in La boum (1980).

Assistent van Jean Cocteau, Jean-Pierre Melville, Max Ophüls, maar toch vooral van Henri Verneuil, debuteerde met de policier Le silencieux (met Lino Ventura; 1973). Voorts onder meer Le grand escogriffe (met Yves Montand; 1976), L’homme en colère (met Ventura; 1979), het vervolg La boum2 (weer met Marceau; 1982), La 7ème cible (met Ventura; 1984), L’étudiante (met Marceau; 1988), het oorlogsdrama La neige et le feu(1991), de familiefilm Cache cash (1994), Les palmes de M. Schutz (met Isabelle Huppertals Marie Curie; 1997) en de televisiedocumentaire Un abbé nommé Pierre (2005). Schreef behalve veel van zijn eigen films het scenario van Un homme qui me plaît(Claude Lelouch, 1969), Le voyou (Lelouch, 1970), en de korte documentaire Iran (Lelouch, 1971). Uitvoerend producent van Ça n’arrive qu’aux autres (Nadine Trintignant, 1971). Gastrol als dirigent in Lola Montès (Ophüls, 1955).

Plaats een reactie

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.