Dame Angela Lansbury

96, Los Angeles, 11 oktober, doodsoorzaak onbekend

Oorspronkelijk Engels-Iers actrice en zangeres, sinds 1951 in het bezit van de Amerikaanse (naast de Britse en de Ierse) nationaliteit. Dochter van de communistische politicus Edgar Lansbury en de Noord-Ierse actrice Moyna Macgill, kleindochter van Labourleider George Lansbury. Gedurende een acht decennia beslaande loopbaan ster van oud en nieuw Hollywood, Broadwaymusical en televisieseries, met name Murder, She Wrote (naar Agatha Christie; 1984-96), waarvan ze de laatste vier seizoenen ook produceerde. Drie Oscarnominaties voor beste bijrol: de eerste twee onder contract bij MGM, voor Gaslight (George Cukor, 1944) en The Picture of Dorian Gray (naar Oscar Wilde; Albert Lewin, 1958), en de derde als de kwade genius in The Manchurian Candidate (John Frankenheimer, 1962). De Academy gunde haar in 2013 een ere-Oscar, maar de achttien Emmy-nominaties bleven onverzilverd – een record! Nadat Lansbury met haar moeder in 1940 naar Amerika was uitgeweken voor de oorlogsdreiging en ze haar toneelopleiding in New York voltooid had, kreeg ze op haar 18de een contract bij MGM. Na een overrompelend debuut in Gaslight was ze te zien in films als National Velvet (als de zus van Elizabeth Taylor; Clarence Brown, 1944), The Harvey Girls (tegenover Judy Garland; George Sidney, 1946), The Hoodlum Saint (Norman Taurog, 1946), de musical Till the Clouds Roll By (Richard Whorf, 1946), The Private Affairs of Bel Ami (Lewin, 1947), If Winter Comes (Victor Saville, 1947), Tenth Avenue Angel (Roy Rowland, 1948), State of the Union (tegenover Katharine Hepburn en Spencer Tracy; Frank Capra, 1948), The Three Musketeers (als koningin Anna; Sidney, 1948) en The Red Danube (Sidney, 1949).

Een echte A-ster werd Lansbury niet bij MGM en ze koos ervoor langzaam haar aandacht te verschuiven naar het theater en televisie. Ze bleef ook filmrollen spelen, in Samson and Delilah (Cecil B. De Mille, 1949), Kind Lady (John Sturges, 1951), Mutiny! (Edward Dmytryk, 1952), Remains to Be Seen (Don Weis, 1953), A Life at Stake/Key Man (top-billed; Paul Guilfoyle, 1955), The Purple Mask (H. Bruce Humberstone, 1955), de western A Lawless Street (Joseph H. Lewis, 1955), The Court Jester/De hofnar (tegenover Danny Kaye; Melvin Frank en Norman Panama, 1955), Please Murder Me! (top-billed; Peter Godfrey, 1956), The Long, Hot Summer (Martin Ritt, 1958), The Reluctant Debutante (Vincente Minnelli, 1958), Summer of the Seventeenth Doll (Leslie Norman, 1959), A Breath of Scandal (Michael Curtiz, 1960), The Dark at the Top of the Stairs (Delbert Mann, 1960), het Elvisvehikel Blue Hawaii (Taurog, 1961), The Four Horsemen of the Apocalypse (zonder credit; Minnelli, 1962), All Fall Down (Frankenheimer, 1962), In the Cool of the Day (Robert Stevens, 1963), The World of Henry Orient (George Roy Hill, 1964), Dear Heart (Mann, 1964), The Greatest Story Ever Told (George Stevens, 1965), The Amorous Adventures of Moll Flanders (Terence Young, 1965), Harkow (Gordon Douglas, 1965),  Mister Buddwing (Mann, 1966), Something for Everyone (top-billed; Harold Prince, 1970), de surprisehit Bedknobs and Broomsticks (top-billed; Robert Stevenson, 1971), Death on the Nile (naar Christie; John Guillermin, 1978), de remake van The Lady Vanishes (Anthony Page, 1979),

The Mirror Crack’d (top-billed als Miss Marple; Guy Hamilton, 1980), The Pirates of Penzance (Wilford Leach, 1983), The Company of Wolves (als grootmoeder; Neil Jordan, 1984), Nanny McPhee (Kirk Jones, 2005), Mr. Popper’s Penguins (Mark Waters, 2011), Mary Poppins Returns (Rob Marshall, 2018), Buttons (Tim Janis, 2018) en Glass Onion: A Knives Out Mystery (als zichzelf; Rian Johnson, 2022). Stemactrice in twee lange animatiefilms: als Mrs. Potts in Beauty and the Beast (Gary Trousdale en Kirk Wise, 1991) en de tsarina-douairière in Anastasia (Don Bluth en Gary Goldman, 1997). Ook was haar stem te horen in About Schmidt (Alexander Payne, 2002) en in The Grinch (Yarrow Cheney en Scott Mosier, 2018). Op Broadway won ze zes Tony Awards, onder meer als beste actrice in de musicals Mame (1966), Gypsy (1975) en Sweeney Todd: The Demon Barber of Fleet Street (1979). In 2014 in de adelstand verheven. Gescheiden van acteur Richard Cromwell, weduwe van acteur Peter Shaw.

 

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.