93, New York, 1 februari, nierfalen
Amerikaans producent. Vier keer genomineerd voor een Oscar, als producent van Jaws (Steven Spielberg, 1975), The Verdict (Sidney Lumet, 1982), A Few Good Men (Rob Reiner, 1992) en Chocolat (Lasse Hallström, 2000). Kreeg tijdens het Oscargala van 1991 de Irving G. Thalberg Memorial Award. Richtte in 1973 met Richard D. Zanuck een productiemaatschappij op, die cruciaal zou worden in het lanceren van regisseur Spielberg, door het mogelijk maken van zijn debuut The Sugarland Express (1974) en de eerste moderne blockbuster, Jaws. Aanvankelijk journalist, horoscoopschrijver en scriptadviseur. Schreef zijn succes toe aan het feit dat hij als een van de weinigen in Hollywood boeken las. Werkte vanaf het midden van de jaren vijftig voor 20th Century-Fox, waar hij uiteindelijk vicepresident werd. Eerste eigen productie: Sssssss (Bernard L. Kowalski, 1973). Tot de bekendste overige films van Zanuck-Brown behoren The Sting (George Roy Hill, 1973), The Black Windmill (Don Siegel, 1974), The Eiger Sanction (Clint Eastwood, 1975), Jaws 2 (Jeannot Szwarc, 1978), The Island (Michael Ritchie, 1980), Neigbors (John G. Avildsen, 1981), Cocoon (Ron Howard, 1985), Target (Arthur Penn, 1985) en Driving Miss Daisy (Bruce Beresford, 1989). Richtte in 1988 zonder Zanuck de maatschappij The Manhattan Project op. Tot zijn latere films behoren The Player (Robert Altman, 1992), The Cemetery Club (Bill Duke, 1993), Canadian Bacon (Michael Moore, 1995), The Saint (Phillip Noyce, 1997), Kiss the Girls (Gary Fleder, 1997), Deep Impact (Mimi Leder, 1998), Angela’s Ashes (Alan Parker, 1999) en Along Came a Spider (Lee Tamahori, 2001). Getrouwd met hoofdredacteur van Cosmopolitan (1965-96) Helen Gurley Brown.