74, Madrid, 8 mei, longkanker
Engels acteur en zanger. Speelde een hoofdrol in de Hammer-productie Scars of Dracula/De tanden van Dracula (Roy Ward Baker, 1970), overigens tot groot ongenoegen van de regisseur, die de populaire tv-persoonlijkheid verkeerd gecast vond. Was ook de zoon van Romy Schneider in een andere griezelfilm, My Lover, My Son (John Newland, 1970). Debuteerde als kind in de hoofdrol van Night Train for Inverness (Ernest Morris, 1960).
Ook in films als Snowball (Pat Jackson, 1960), Crooks Anonymous (Ken Annakin, 1962), The Pirates of Blood River (John Gilling, 1962), Go Kart Go (top-billed; Jan Darnley-Smith, 1964), Up the Junction (Peter Collinson, 1968), The Smashing Bird I Used to Know (Robert Hartford-Davis, 1969), I Can’t…I Can’t (top-billed; Piers Haggard, 1969), A Promise of Bed (Derek Ford, 1969), Fright (Collinson, 1971), Man in the Wilderness (Richard C. Sarafian, 1971), Alice’s Adventures in Wonderland (als de Schoppen Twee; William Sterling, 1972), The Belstone Fox (James Hill, 1973), Sweeney! (David Wickes, 1977), Sweeney 2 (Tom Clegg, 1978), The First Kangaroos (top-billed; Frank Cvitanovich, 1988), Cold Justice (top-billed, tevens producent; Terry Green, 1991), Vol-au-vent (top-billed; John McKenzie, 1996), Arthur’s Dyke (Gerry Poulson, 2001), Back in Business (Chris Munro, 2007) en Never Too Late (Mark Lamprell, 2020). Grootste single-hit was I Could Be So Good to You (1980), vertolkte ook de titelsong van enkele van zijn vele tv-series. Hij was onder meer te zien in The Sweeney (1974-78), Minder (1979-89), The Life and Loves of a She-Devil (Philip Saville, 1986) en Circle of Deceit (Geoffrey Sax, 1993).