59, Amsterdam, 13 januari, doodsoorzaak onbekend
Nederlands filmmaker, producent, geluidsman en editor. Kwam in 1974 als filosofiestudent (samen met Gerrard Verhage) bij het doelgroepencollectief Amsterdams Stadsjournaal, waar hij alle facetten van het filmmaken leerde. Regisseerde daar onder meer, zoals gebruikelijk anoniem, Fabrieksarbeid ’80: Een dag uit het leven van een stamper (1980), met in de hoofdrol Jacques Commandeur, Gebroken tijd (1982) en Van polder tot stad – Een stedebouwkundige en zijn schepping (1984). Beijverde zich in 1975 voor de aansluiting van het Stadsjournaal bij het Kultureel Front, een organisatie van Nederlandse en Belgische film-, theater- en muziekgroepen die opereerden vanuit een anti-kapitalistische stellingname. Kooij schreef daarover in 1977 in Skrien ‘Strijdcultuur en cultuurstrijd’. Sloot zich na het verdwijnen van het Stadsjournaal in 1984 aan bij het productiehuis Studio Nieuwe Gronden, maar produceerde vooral voor een andere erfenis van het Stadsjournaal, Yuca Film, aanvankelijk samen met Suzanne van Voorst, later alleen. Regisseerde daar de documentaire De gebroken droom (1985) over een Turkse vakbondsleider in ballingschap. Veel later maakte hij nog samen met zijn vrouw Sibel Bilgin de documentaires Mijn gebroken stad/Benin Kirik Sehrim (2001), Can You Speak, Nazim? (2003) en Burhan Uygur, Passion of an Artist (2007). Produceerde de speelfilms Pink Ulysses (Eric de Kuyper, 1990), Wij houden zo van Julio (Ramon Gieling, 1990) en Lyrisch nitraat (Peter Delpeut, 1991) en de documentaires Heimwee naar de dood (Gieling, 1992), het driedelige Eindpunt Hoogvliet (tevens geluid en montage; Gerard d’Olivat, 1994), Dorpsgezichten (tevens montage en geluid; D’Olivat, 1996), Sodad Sodad – De terugkeer van de familie Da Silva (tevens montage en geluid; Meral Uslu, 1996), Café Chris (tevens geluid; Uslu, 2000), Aidaloeli, Garik’s House of Creations (tevens montage en mixage; Mirjam van Veelen, 2000) en De eilandverslaggever (D’Olivat, 2000). Ook verantwoordelijk voor het geluid van documentaires als Onder het plaveisel (Barbara den Uyl, 1987), Beeld van een kind (Albert van der Wildt, 1989), De nieuwe vaders (D’Olivat, 1989), Noordeinde Zuideinde (D’Olivat, 1990), Hoeren (Uslu, 1991), Een winter in Zuiderwoude (Annette Apon, 1994), Wakers en dromers (Apon, 1994), Zwerven in het paradijs (tevens montage; D’Olivat, 1994) en De beginnende Turk (tevens montage; Uslu, 1996). Monteerde Kroniek van een getto (D’Olivat, 1996) en Fairuz- We hielden zoveel van mekaar (Jack Janssen, 2003).