95, Rome, 16 januari, natuurlijke dood
Italiaans steractrice en fotograaf. Eretitel: ‘La Lollo’. Een van de eerste voluptueuze sterren, die in de jaren 50 en 60 wel werden gedefinieerd als ‘seksbom’. Haar loopbaan, aanvankelijk in Italiaanse operafilms, komedies en andere genrefilms, later ook in Frankrijk, Engeland en Hollywood, nam net iets eerder een hoge vlucht dan die van Marilyn Monroe, Brigitte Bardot en haar grootste binnenlandse rivale Sophia Loren. Bekendste rollen in Fanfan la tulipe (Christian-Jaque, 1952), Pane amore e fantasia/Brood, liefde en fantasie (Luigi Comencini, 1953), Beat the Devil (tegenover Humphrey Bogart; John Huston, 1953), Notre-Dame de Paris/The Hunchback of Notre Dame/De klokkenluider van de Notre-Dame (als Esmeralda, tegenover Anthony Quinn als Quasimodo; Jean Delannoy, 1956) en Solomon and Sheba (King Vidor, 1959). Voormalige schoonheidskoningin uit het achterland van Rome maakte haar bescheiden filmdebuut in Aquila nera (Riccardo Freda, 1946) en speelde een eerste hoofdrol in Follie per l’opera (Mario Costa, 1948). Daarna in Pagliacci – Amore tragico (met de zangstem van Onella Fineschi; Costa, 1948),
Campane a martello/Verstoten vrouwen (top-billed als de lichtekooi Agostina; Luigi Zampa, 1949), La sposa non può attendere/Anselmo ha fretta/De bruidegom heeft haast (Gianni Franciolini, 1949), Miss Italia/My Beautiful Daughter (top-billed; Duilio Coletti, 1950), Alina (top-billed; Giorgio Pastina, 1950), Cuori senza frontiere/The White Line (top-billed; Zampa, 1950), Vita da cani/A Dog’s Life (Mario Monicelli en Steno, 1950), A Tale of Five Cities (segment Romolo Marcellini, 1951), La città si difende/Four Ways Out (top-billed; Pietro Germi, 1951), Enrico Caruso – Leggenda di una voce/The Young Caruso (Giacomo Gentilomo, 1951), Achtung! Banditi! (top-billed; Carlo Lizzani, 1951), Amore non ho! Però, però…. (Giorgio Bianchi, 1951), Moglie per una note/Wife for a Night (Mario Camerini, 1952), Altri tempi/Gelukkige tijden (Alessandro Blasetti, 1952), Les belles de nuit (René Clair, 1952), Le infedeli/The Unfaithfuls (top-billed; Monicelli en Steno, 1953), La provinciale/The Wayward Wife (top-billed; Mario Soldati, 1953), Le grand jeu (top-billed; Robert Siodmak, 1954), Il maestro di Don Giovanni/Crossed Swords/Gekruiste zwaarden (tegenover Errol Flynn; Milton Krims, 1954), La romana/Vrouw van Rome (top-billed; Zampa, 1954),
Pane, amore e gelosia/Frisky (Comencini, 1954), La donna più bella del mondo – Lina Cavalieri/Beautiful But Dangerous/De mooiste vrouw van de wereld (top-billed; Robert Z. Leonard, 1955),
Trapeze (Carol Reed, 1956), Anna di Brooklyn (top-billed; Reginald Denham en Carlo Lastricati, 1958), La legge/De wet (top-billed tegenover Marcello Mastroianni; Jules Dassin, 1959), Never So Few/Als het bloed kookt (tegenover Frank Sinatra; John Sturges, 1959), Go Naked in the World (top-billed; Ranald MacDougall, 1961), Come September/Afspraakje in september (tegenover Rock Hudson; Robert Mulligan, 1961), La bellezza d’Ippolita (top-billed; Giancarlo Zagni, 1962), Venere imperiale (top-billed; Delannoy, 1962), Mare matto (top-billed tegenover Jean-Paul Belmondo; Renato Castellani, 1963), Woman of Straw (top-billed tegenover Sean Connery; Basil Dearden, 1964), Le bambole (segment Mauro Bolognini, 1965),
Strange Bedfellows (tegenover Hudson; Melvin Frank, 1965), Io, io, io… e gli altri (top-billed; Blasetti, 1966), Les sultans (top-billed; Delannoy, 1966), Le piacevoli notti (Armando Crispino en Luciano Lucignani, 1966), Hotel Paradiso (top-billed; Peter Glenville, 1966), Cervantes (Vincent Sherman, 1967), La morte ha fatto l’uovo/Plucked (top-billed; Giulio Questi, 1968), The Private Navy of Sgt. O’Farrell (tegenover Bob Hope; Frank Tashlin, 1968), Buona Sera, Mrs. Campbell (top-billed; Frank, 1968), Stuntman (top-billed; Marcello Baldi, 1968), Un bellissimo novembre (top-billed; Bolognini, 1969), El hombre de Río Malo (Eugenio Martín, 1971), King, Queen, Knave (Jerzy Skolimowski, 1972), Les 101 nuits de Simon Cinéma (Agnès Varda, 1995), XXL (Ariel Zeitoun, 1997) en Box Office 3D: Il film dei film (Ezio Greggio, 2011).
Vanaf de jaren 70 vooral actief als fotojournalist, hetgeen onder meer resulteerde in de door haar geregisseerde documentaire over de Cubaanse president Castro, Ritratto di Fidel (1972). Voorzitter van de jury in Berlijn (1986), die tegen haar zin de Gouden Beer toekende aan Reinhard Hauffs Stammheim. Deed twee keer vergeefs mee aan verkiezingen: in 1999 als kandidaat van de centrum-linkse Democraten voor het Europees Parlement en in 2022 namens de eurosceptische ISP voor een Senaatszetel. In 1969 haalde zanger Tony Bass de Nederlandse top-40 en Ray Miller de Duitse hitparade met de single Gina Lollobrigida. In 2021 stelde het Italiaanse Hooggerechtshof Lollobrigida op verzoek van haar zoon onder wettige voogdij, omdat er ‘een zwakte was in haar correcte waarneming van de realiteit’. Gescheiden van de Sloveense arts Milko Skofic en de Spaanse zakenman Javier Rigau y Rafois.