85, Oklahoma City, 20 november, prostaatkanker
Amerikaans producent, voluit Gray H. Frederickson Jnr. Won een Oscar (beste film) voor The Godfather Part II (samen met Francis Ford Coppola en Fred Roos; Coppola, 1974) en werd genomineerd in dezelfde categorie voor Apocalypse Now (samen met Coppola, Roos en Tom Sternberg; Coppola, 1979). Produceerde voor Coppola ook One from the Heart (1981), The Outsiders (1983) en The Godfather Part III (coproducent; 1990). Tot zijn overige producties behoren Hit! (Sidney J. Furie, 1973), UHF (Jay Levey, 1989), Ladybugs (Furie, 1992), Heaven’s Prisoners (coproductie en productieleiding onder water, tevens acteur; Phil Joanou, 1996), South of Heaven, West of Hell (Dwight Yoakam, 2000), Cloud 9 (Harry Basil, 2006), Surveillance (Fritz Kiersch, 2006), Soul’s Midnight (tevens assistent-regisseur 2dUnit; Basil, 2006), Fingerprints (Basil, 2006), de documentaire The Grand Energy Transition (Greg Mellott, 2012), Persecuted (Daniel Lusko, 2014), het Kazachse The Whole World at Our Feet (Salamat Mukhammed-Ali, 2015), het Russisch-Amerikaanse Higher Mission (Vladimir Oeglitsjin, 2015) en het nog uit te brengen Sherwood Forest (Mellott, 2022) en All Terrain (Ross Otterman, 2023). Frederickson won een Emmy voor de tv-documentaire Dream No Little Dream: The Life and Legacy of Robert S. Kerr (Mellott, 2007). Acteerde in onder meer Big Wednesday/California Surf (John Milius, 1978), 1941 (Steven Spielberg, 1979) en Bulletproof (Steve Carver, 1987). Studeerde film aan de Universiteit van Lausanne (Zwitserland). Daarna productieleider van bij voorbeeld Il buono, il bruttto, il cattivo/The Good, the Bad and the Ugly (Sergio Leone, 1966), Candy (Christian Marquand, 1968) en Gli intoccabili/Machine Gun McCain (Giuliano Montaldo, 1969). Was enige tijd vicepresident van productiemaatschappij Lorimar. Later ceo van productiehuis Graymark in Oklahoma.