96, Tudderen (Noordrijn-Westfalen), 18 december, in zijn slaap
Nederlands regisseur, producent, scenarioschrijver, cameraman, editor, acteur en distributeur. Recordhouder als Nederlands regisseur van lange speelfilms voor de bioscoop: hij maakte er tussen 1951 en 1985 een kleine veertig (volgens de eigen website: 38), alle jeugdfilms. Guinness Book of Records schrijft ook een ander record toe aan Van der Linden: De nieuwe avonturen van Dik Trom (1958) had een onafgebroken bioscooproulement van 28 jaar. De oorzaak van Van der Lindens productiviteit was gelegen in een aantal factoren: lage budgets, altijd opnamen in de directe omgeving van zijn toenmalige woonplaats Thull bij Schinnen, met uitstapjes naar de Brunssummerheide, een vaste crew en overwegend niet-professionele acteurs. Van der Linden deed alles zelf: regie, scenario, productie, camera, montage, distributie en vaak een Hitchcockachtige klein optreden in beeld. Zijn vrouw Mia verzorgde grime, casting, kostuums en een groot deel van de distributie. De weinig ambitieuze scenario’s en vormgeving zorgden ervoor dat vele professionals de films niet helemaal serieus namen, in tegenstelling tot het trouwe publiek in het hele land. Voor enige rehabilitatie aan het eind van zijn leven zorgden een documentaire (Henk van der Linden, pionier van de kinderfilm, Olaf Koelewijn, 2020) en een autobiografisch boek (Tussen de filmrollen, 2020). Frank Roumen (conservator EYE) noemt de openingscredits van De avonturen van Pietje Bell (1964), een rijder langs de Rotterdamse haven, ‘’een van de mooiste openingsscènes in de Nederlandse film.”
Als zoon van een (reis)bioscoopexploitant uit Hoensbroek, rolde Van der Linden al jong in het vak. Hij regisseerde zijn eerste film, Richard knapt het op (1944) op 18-jarige leeftijd, en richtte zich aanvankelijk vooral op vertoningen op 16mm in buurt- en clubhuizen, scholen en patronaatsgebouwen. Het korte Drie jongens en een hond (1952) was zo succesvol dat hij de stap naar 35mm waagde. Veel van zijn films waren gebaseerd op bekende kinderboeken of strips. Onder meer schreef en regisseerde hij Sjors van de Rebellenclub (1955), Vier rakkers en een oude jeep (1959), Dik Trom en het circus (1960), Avonturen van een zigeunerjongen (1960), Het verraad van de Zwarte Roofridder (1961), Sjors en Sjimmie op het Pirateneiland (1961), Robin Hood en zijn schelmen (1962), De jongen uit het Wilde Westen (1964), Vrijbuiters uit het woud (1965), Sjors en Sjimmie en de gorilla (1966), Joe Hammond en de indianen/Indianenoverval in de Dodenpas (1967), Sjors en Sjimmie in het land der reuzen (1968), De man met het zwarte masker (1968), Een Nederlandse Robinson Crusoë (1969), Twee jongens en een oude auto (1969), De Robins en de $100.000 schat (1970), Sjors en Sjimmie en de toverring (1971), Sjors en Sjimmie en de rebellen (1972), De Robins en het robotcomplot (1972), Dik Trom en zijn dorpsgenoten (1973), Lieverdjes uit Amsterdam (1974), Dik Trom knapt het op (1974), Pim Pandoer in het nauw (1975), Dik Trom weet raad… (1976), Sjors en Sjimmie en het zwaard van Krijn (1977), Billy Turf, het dikste studentje ter wereld (1978), Billy Turf haantje de voorste (1981) en Billy Turf contra Kwel (1982). Laatste film: Wie het laatst lacht/Geheim van de Blauwe Diamant (1985). Naast zijn activiteit als regisseur, producent en scenarioschrijver runde Van der Linden ook een eigen distributiekantoor, dat net als het productiehuis Rex Film heet. Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (2020). Eye Filmmuseum is een eind gevorderd met de digitalisering van een deel van het oeuvre. Ook het Geoffrey Donaldson Instituut heeft veel filmkopieën van Van der Linden in de collectie.