94, Parijs, 13 juni, natuurlijke dood
Belgisch-Frans acteur van Nederlandse afkomst, artiestennaam van Anton Albers. Geboren in Antwerpen in een oorspronkelijk Nederlandse familie, vanaf de jaren 50 wonend en werkend in Frankrijk. Was daar al een bekend theater- en televisieacteur en bijrolspeler in films als Un condé/Inspecteur Favenin, ’n genadeloze smeris (Yves Boisset, 1970) en La femme d’à côté (als de man van Fanny Ardant; François Truffaut, 1981), toen Alex van Warmerdam hem ontdekte en de (Nederlandstalige) rol toebedeelde van de vader in zijn speelfilmdebuut Abel (1986).
Sindsdien wellicht bekender in Nederland dan in Frankrijk, dankzij rollen in De noorderlingen (Van Warmerdam, 1992), De jurk (Van Warmerdam, 1996), No Trains, No Planes (Jos Stelling, 1999), Grimm (Van Warmerdam, 2003, hermontage 2019), Het meisje en de dood (Stelling, 2012), Boven is het stil (Nanouk Leopold, 2013), Schneider vs. Bax (Van Warmerdam, 2015) en Tonio (Paula van der Oest, 2016). Ook in de korte film M. de Fontgibu en de plumpudding (Prosper de Roos, 2004) en de telefilm Het negende uur (Gerrard Verhage, 2000). Eerste filmrol tegenover Brigitte Bardot in En effeuillant la marguerite/Mam’zelle Striptease/Een ondeugend vrouwtje (Marc Allégret, 1956). Voorts onder meer in Le grand bluff (tegenover Eddie Constantine; Patrice Dally, 1957), Mademoiselle et son gang (Jean Boyer, 1957), Arsène Lupin contre Arsène Lupin (Édouard Molinaro, 1962), Le glaive et la balance (André Cayatte, 1962), Paris – When It Sizzles (Richard Quine, 1964), Les amoureux du France (Pierre Grimblat en François Reichenbach, 1964), Mata Hari, agent H21 (eerste hoofdrol, tegenover Jeanne Moreau; Jean-Louis Richard, 1964), La bonne occase (Michel Drach, 1965), La vie de château (tegenover Catherine Deneuve; Jean-Paul Rappeneau, 1966), Fleur d’oseille (Georges Lautner, 1967), La prisonnière (Henri-Georges Clouzot, 1968),
Détruire dit-elle (Marguerite Duras, 1969), La nuit bulgare (Michel Mitrani, 1970), Quelqu’un derrière la porte/Someone Behind the Door (tegenover Charles Bronson; Nicolas Gessner, 1971), La cavale (Mitrani, 1971), Kill! (Romain Gary, 1971), Le mouton enragé/Love at the Top (Michel Deville, 1972), Les guichets du Louvre (als Ernst Jünger; Mitrani, 1974), Verdict (tegenover Sophia Loren en Jean Gabin; Cayatte, 1974), Dupont Lajoie (Boisset, 1975), Catherine et Cie (Michel Boisrond, 1975), Un type comme moi ne devrait jamais mourir (Michel Vianey, 1976), Le juge Fayard dit Le Shériff (Boisset, 1977), Vas-y maman (Nicole de Buron, 1978), An Almost Perfect Affair (Michael Ritchie, 1979), La femme flic (Boisset, 1980), C’est pas moi, c’est lui/Mij niet gezien (Pierre Richard, 1980), Cocktail Molotov (Diane Kurys, 1980), Murder Obsession (Riccardo Freda, 1981), Faut s’les faire!…ces légionnaires (top-billed; Alain Nauroy, 1981), Qu’est-ce qu’on attend pour être heureux! (Coline Serreau, 1982), Les parents ne sont pas simples cette anneée (top-billed; Marcel Jullian, 1984), Koko Flanel (Stijn Coninx, 1990), Un week-end sur deux (Nicole Garcia, 1990), Les 101 nuits de Simon Cinéma (Agnès Varda, 1995), Le huitième jour (Jaco Van Dormael, 1996), The Proprietor (Ismail Merchant, 1996), San Antonio (Frédéric Auburtin, 2004), Aux abois (Philippe Collin, 2005), Il ne faut jurer…de rien! (als Talleyrand; Eric Civanyan, 2005), The Pink Panther (Shawn Levy, 2006), het Israëlische Adama Meshuga’at/Sweet Mud (Dror Shaul, 2006), Mon Meilleur ami (Patrice Leconte, 2006) en La sainte famille (Louis-Do de Lencquesaing, 2019). Commentaarstem bij de documentaire Paris secret/Geheim Parijs (Edouard Logereau, 1965).