92, Saint-Jean-du-Bruel (Aveyron), 9 oktober, natuurlijke dood
Frans acteur. Speelde Jim, deel van een driehoeksrelatie met Jeanne Moreau en Oskar Werner in Jules et Jim (François Truffaut, 1962). Rond dezelfde tijd vervulde Serre een vergelijkbare rol tegenover Romy Schneider en Jean-Louis Trintignant in Le combat dans l’ìle (Alain Cavalier, 1962). Hij was de verteller op de geluidsband van Antoine et Colette, de bijdrage van Truffaut aan de episodenfilm L’amour à vingt ans (1961). Ook aanwezig in films als Il processo di Verona (Carlo Lizzani, 1963), Le feu follet (Louis Malle, 1963), Atout cœur à Tokyo pour OSS 117 (Michel Boisrond, 1966), Fantômas contre Scotland Yard (André Hunebelle, 1967), La main (Henri Glaeser, 1969), Jutrzenka – Un invierno en Mallorca (Jaime Camino, 1970), Romance of a Horse Thief (Abraham Polonsky, 1971), La vie facile (top-billed; Francis Warin, 1971), Le sourire vertical (Robert Lapoujade, 1973), Club privé pour couples avertis/Club Privé (Max Pécas, 1974), Section Spéciale (Costa-Gavras, 1975), L’ordre et la sécurité du monde (Claude d’Anna, 1978), Une nuit rêvée pour un poisson banal/Trahison (top-billed; Bernard Guillou, 1980), het Noorse Svarta fåglar/Black Crows (Lasse Glomm, 1983), Le soulier de satin (Manoel de Oliveira, 1985), Mon cas/O meu caso (vertelstem; De Oliveira, 1986), De guerre lasse (Robert Enrico, 1987), La révolution française: Les années lumière (Enrico, 1989), Je t’ai dans la peau (Jean-Pierre Thorn, 1990) en de documentaire François Truffaut: Portraits volés (Michel Pascal en Serge Toubiana, 1993). Zeer actief in televisieproducties, bij voorbeeld in de titelrol van Moi, général De Gaulle (Denys Granier-Deferre, 1990).