86, Reno NV, 9 januari, longfalen
Tsjechisch regisseur en scenarioschrijver, vanaf 1969 in de Verenigde Staten. Leverde een bijdrage aan de Praagse filmlente, aanvankelijk vooral als coscenarist van zijn schoolvriend Milos Forman. Schreef mee aan diens korte films Konkurs/Audition (1964) en Kdyby ty muziky nebyly/If It Weren’t for Music (1964) en de lange speelfilms Lásky jedné plavovlásky/De liefde van het blondje/Loves of a Blonde (Oscarnominatie; 1965) en Horí, má panenko/Het brandt m’n liefje/The Firemen’s Ball (1967). Schreef en regisseerde zelf de korte film Fádní odpoledne/A Boring Afternoon (1964) en de lange film Intimní osvetlení/Intimate Lighting (1965), die in 2019 onder meer in Nederland opnieuw uitgebracht werd. Vluchtte na de inval van het Warschaupact samen met Forman via Oostenrijk en Parijs naar Hollywood. Daar regisseerde Passer een reeks in kleine kring hooggewaardeerde, grotendeels onafhankelijke speelfilms, die echter het publiekssucces misten dat Forman wel ten deel viel. Algemeen wordt Cutter’s Way/Cutter and Bone (met Jeff Bridges en John Heard; 1981) als hoogtepunt beschouwd. Verder maakte Passer in Amerika Born to Win (tevens scenario; 1971), Law and Disorder (tevens scenario; 1974), Ace Up My Sleeve/Crime and Passion (1976), Silver Bears (1977), Creator(1985), Haunted Summer (over Byron en Shelley; 1988), het niet of nauwelijks uitgebrachte Pretty Hattie’s Baby (1991), de tv-film Stalin (met Robert Duvall in de titelrol; 1992), The Wishing Tree (1999) en het Frans-Kazachse Köshpendiler/Nomad: The Warrior (samen met Sergei Bodrov, 2005). Getrouwd met filmjournalist en festivaldirecteur Anne Head.