Seddok, l’erede di Satana/Atom Age Vampire (Anton Giulio Majano, 1960), Adua e le compagne (tegenover Simone Signoret; Antonio Pietrangeli, 1960), als de gouverneur in Morgan il Pirata/De Koning der Boekaniers (André De Toth en Primo Zeglio, 1960), Il gobbo/The Hunchback of Rome (Carlo Lizzani, 1960), Ercole alla conquista di Atlantide/Hercules verovert Atlantis (Vittorio Cottafavi, 1961), I sogni muiono all’alba/Dreams Die at Dawn (Mario Craveri, Enrico Gras en Indro Montanelli, 1961), Il figlio di Spartacus/De zoon van Spartacus (als Julius Caesar; Sergio Corbucci, 1962), als kolonel in Marcia o crepa/Legioen des doods (Frank Wisbar, 1962), Il processo di Verona (Lizzani, 1963), als kolonel in Il gattopardo/The Leopard/De tijgerkat (Luchino Visconti, 1963), Cyrano et d’Artagnan (Abel Gance, 1964), Casanova ‘70/Een man met zes vrouwen (Mario Monicelli, 1965), I grandi condottieri/Gideon en Samson (als Gideon; Marcello Baldi en Francisco Pérez-Dolz, 1965),
La jeune morte (Claude Faraldo en Roger Pigaut, 1965), L’avventuriero/The Rover (Terence Young, 1967), La cintura di castità/De kuisheidsgordel (Pasquale Festa Campanile, 1967), als Mussolini in Osvobozjdenije/The Great Battle/De slag om Berlijn (Joeri Ozerov en Joelioes Koen, 1969), als maarschalk Soult in Waterloo (Sergei Bondartsjoek, 1970), Maddalena (Jerzy Kawalerowicz, 1971), Milano calibro 9/Zij gingen over lijken (Fernando Di Leo, 1972), Bronte: cronaca di un massacro che i libri di storia non hanno raccontato/Liberty (top-billed; Florestano Vancini, 1972), À la guerre comme à la guerre (Bernard Borderie, 1972), als admiraal in Section spéciale (Costa-Gavras, 1975), Gli esecutori/The Man from the Organization (Maurizio Lucido en Guglielmo ‘William’ Garroni, 1972), als premier in Holocaust 2000 (Alberto De Martino, 1977), Il pentito (Pasquale Squitieri, 1985), als kolonel in Soldati – 365 all’alba (Marco Risi, 1987), Il muro di gomma (Risi, 1991), als bisschop in Il continente nero (Risi, 1993), als priester in Zora la Vampira (Antonio en Marco Manetti, 2000) en als afgevaardigde in Marcello Marcello (Denis Rabaglia, 2008). Vader van acteur Toni Garrani.
Ivo Garrani
91, Rome, 25 maart, in zijn slaap
Italiaans bijrolacteur. Vooral actief in het theater, bij voorbeeld bij de gezelschappen van Carlo Tamberlani en Giorgio Strehler. In film veelal kleinere rollen, typisch als arts, officier, geestelijke of monarch. Debuteerde in de komedie Ragazze di marito (Eduardo Di Filippo, 1952). Onder meer als Karel de Grote in Orlando e i Paladini di Francia (Pietro Francisci, 1956), als koning Pelias in Le fatiche di Ercole/Hercules (Francisci, 1958), Afrodite, dea dell’amore/Slave Women of Corinth (Mario Bonnard, 1958), als geleerde in La morte viene dello spazio/The Day the Sky Exploded/Morgen kan het gebeuren (Paolo Heusch, 1958), als partizanenleider in Il generale Della Rovere (Roberto Rossellini, 1959), als koning Croesus in La battaglia di Maratona/The Giant of Marathon (Jacques Tourneur, 1959), als peetvader in Vento del Sud (Enzo Provenzale, 1959), Cartagine in fiamme (Carmine Gallone, 1960), La strada dei giganti (Guido Malatesta, 1960), als prins Vajda in La maschera del demonio/Black Sunday/The Mask of Satan (Mario Bava, 1960),