82, Praag, 5 september, na een lange ziekte
Tsjechisch regisseur, scenarioschrijver en acteur. Leidende figuur in de Praagse Filmlente van eind jaren 60. Zijn eerste lange speelfilm, naar een boek van Bohumil Hrabal over een spoorwegbeambte in het door Duitsland bezette protectoraat Bohemen-Moravië, Ostre sledované vlaky/Closely Watched Trains/Houd de treinen in het oog (1967), was een internationaal succes en won de Oscar voor beste niet-Engelstalige film. Die eer viel ook ten deel aan zijn Vesnicko má stredisková/Sweet Little Village (1985). Na de Russische inval van 1968 werd Menzels politieke satire over een communistisch kamp voor ‘burgerlijke elementen’ Skrivánci na niti/Larks on a String/Leeuweriken aan een draadje (naar Hrabal; 1969) door de autoriteiten verboden. Na de val van de Muur werd de film alsnog vrijgegeven en won in 1990 de Gouden Beer in Berlijn. Zoon van journalist en kinderboekenschrijver Josef Menzel studeerde regie aan de Praagse filmschool FAMU en was tweemaal eerste assistent van regisseur Vera Chytilová. Menzel regisseerde het segment Smrt pana Baltazara/De dood van mijnheer Baltazar (naar Hrabal) in het drieluik Perlicky na dne/Pearls of the Deep (1965). Ook regisseerde hij de korte film Koncert 65 (1965), een segment van het drieluik Zlocin v dívcí skole/Crime at the Girls School (1966), de lange film Rozmarné léto/Capricious Summer/Een lange, dwaze zomer (1968) en de musical Zlocin v santánu/Crime in a Music Hall (1969). In tegenstelling tot zijn kompanen Milos Forman en Ivan Passer slaagde Menzel er niet in Tsjechoslowakije tijdig te verlaten en kon tot 1974 geen films maken. Sindsdien onder meer Na samote u lesa/Seclusion near a Forest (1976), Bajécní muzi s klikou/Those Wonderful Men with a Crank (1979), Postriziny/Cutting It Short/Kortgeknipt (naar Hrabal; 1981), Slavnosti snezenek/The Snowdrop Festival (naar Hrabal; 1984), Konec starych casu/The End of Old Times (1989), Zebrácká opera/The Beggar’s Opera (naar stuk van Václav Havel; 1991), Zivot a neobycejna dobrodruzstvi vojaka Ivana Conkina/Life and Extraordinary Adventures of Private Ivan Chonkin (1994), Ten Minutes Older (segment The Cello, 2002), Obsluhoval jsem anglického krále/I Served the King of England (naar Hrabal; 2006) en Donsajni/The Don Juans (2013). Schreef (mee aan) bijna al zijn eigen films.
Als acteur te zien in bij voorbeeld Obzalovany/Defendant (Ján Kadár en Elmar Klos, 1964), Flám (Miroslav Hubácek, 1966), Návrat ztraceného syna/Return of the Prodigal Son (Evald Schorm, 1967), Spalovac mrtvol/The Cremator/De lijkenverbrander (Juraj Herz, 1969), Slameny klobouk/Straw Hat (Oldrich Lipsky, 1972), de DDR-productie Sechse kommen durch die Welt (top-billed; Rainer Simon, 1972), Hra o jablko/The Apple Game/Spel met de appel (Chytilová, 1977), Modrá planeta/The Blue Planet (top-billed; Jirí Svoboda, 1977), het West-Duitse Die Frau gegenüber (Hans Noever, 1978), het Hongaarse Minden szerdán/Every Wednesday (Livia Gyarmathy, 1979) en Koportos (Gyarmathy, 1980), Buldoci a tresne/Bulldogs and Cherries (Herz, 1981), Upír z Feratu/Ferat Vampire (top-billed; Herz, 1982), Srdecny pozdrav ze zemekoule/Hearty Greetings from the Globe (Lipsky, 1983), het Hongaarse Felhöjaték (top-billed; Gyula Maár, 1984), het Franse Martha et moi (Jirí Weiss, 1990), het voor een Oscar genomineerde Obecná skola/Elementary School (Jan Sverák, 1991), het Franse La petite apocalypse (Costa-Gavras, 1993), het Slowaakse Vsetko co mam rad/Everything I Like (Martin Sulik, 1993), Ma je pomsta/Vengeance Is Mine (Lordan Zafranovic, 1995), het Hongaarse Rokonok/Relatives (István Szabó, 2006) en The Door (Szabó, 2012) en het Slowaakse Tlmocník/The Interpreter (Sulik, 2018).