John Kemeny

87, Sedona AZ, 23 november, kanker

 

In Hongarije geboren Canadees producent. Een van de oprichters van de Canadese maatschappij Alliance Pictures en producent van semiklassiekers als The Apprenticeshipof Duddy Kravitz (Ted Kotcheff, 1975) en Atlantic City (Louis Malle, 1980).

Vluchtte in 1956 voor het neerslaan van de Hongaarse opstand naar Canada. Vond werk, aanvankelijk als editor van documentaires, bij de National Film Board en regisseerde daar twee korte documentaires, Three Fishermen (samen met Julian Biggs, 1964) en Three Country Boys (samen met Biggs en Gordon Burwash, 1964). Had groot succes als een van de producenten en scenaristen en de editor van de documentaire Bethune (Donald Brittain, 1964). Bleef de jaren daarna documentaires produceren voor NFB en produceerde daar ook zijn eerste speelfilm, Don’t Let the Angels Fall (George Kaczender, 1969). Verplaatste na enige tijd zijn aandacht naar Hollywood, eerst met Canadese coproducties als White Line Fever (Jonathan Kaplan, 1975) en Shadow of the Hawk (George McCowan, 1976). Daarna Ice Castles(Donald Wrye, 1978),

executive producer van de Frans-Canadese hit Les Plouffe (Gilles Carle, 1981), La guerre du feu/Quest forFire (Jean-Jacques Annaud, 1981), Le sang des autres/Blood of Others (Claude Chabrol, 1984), The Bay Boy (Daniel Petrie, 1985), The Boy in Blue (Charles Jarrott, 1986), The Wraith(Mike Marvin, 1986), The Gate (Tibor Takács, 1987), Iron EagleII (Sidney J. Furie, 1988) en de met 5 Emmy’sonderscheiden tv-film The Josephine Baker Story (Brian Gibson, 1991).

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.