Juraj Jakubisko

84, Praag, 24 februari, doodsoorzaak onbekend

Slowaaks regisseur, scenarioschrijver, producent en cameraman. In 2000 door critici en journalisten uitgeroepen tot de belangrijkste Slowaakse filmmaker van de afgelopen eeuw. Toen hij nog Tsjechoslowaak was, leverde hij in de tweede helft van de jaren 60 een bescheiden bijdrage aan ‘de Praagse filmlente’. Het was genoeg reden voor de machthebbers om Jakubisko na het herstel van de oude orde geen speelfilms meer te laten maken, maar slechts enkele documentaires. Met het succes op Film International in Rotterdam (1980) van zijn comeback, de speelfilm Postav dom, zasad strom/Build  a House, Plant a Tree/Bouw een huis, plant een boom (1979)  begon een reeks hooggewaardeerde films, die je magisch-realistische plattelandskomedies zou kunnen noemen. Het in Venetië in competitie vertoonde Tisícrocná vcela/The Millennial  Bee (1983) was zelfs in eigen land een hit, net als veel later zijn eerste Engelstalige film Bathory/Countess of Blood (2008). De in het uiterste oosten van Slowakije geboren Jakubisko kwam in 1960 naar Praag en studeerde daar in 1965 af aan de filmschool FAMU. Daarna werkte hij enige tijd samen met het Laterna Magika-theater van regisseur Alfréd Radok en maakte enkele goed ontvangen korte experimentele films, waarvoor hij vaak zelf de camera hanteerde. Zijn eerste lange speelfilm Kristove roky/Crucial Years (1967) viel op tijdens het festival van Mannheim-Heidelberg. Na Zbehovia a pútnici/The Deserter and the Nomads/Deserters and Pilgrims (Venetië 1968), Vtáckovia, siroty a blázni/Birds, Orphans and Fools (1969) en Dovidenia v pekle, priatelia/So Long, Friends/See You in Hell, My Friends (1970, gecensureerd en op de plank tot 1990) belandde zijn carrière om politieke redenen op dood spoor. De vertraagde uitbreng van zijn middellange film Tri vrecia cementu a zicy kohút/Three Bags of Cement and a Live Rooster (1978) vormde weer een eerste teken van leven.

Tot zijn overige lange films behoren de komedie over houtsnijders Nevera po slovensky (1981), de Vrouw Holle-variatie Perinbaba/The Feather Fairy (met Giulietta Masina, competitie Venetië 1985), de horrorkomedie Pehavy Max a strasidlá/Freckled Max and the Spooks (1987), Sedím na konári a je mi dobre/Sitting on a Branch, Enjoying Myself (competitie Venetië 1989), Lepsie byt bohaty a zdravy ako chudobny a chory/It’s Better to Be Wealthy and Healthy Than Poor and Ill (1992), Nejasná zpráva o konci sveta/An Ambiguous Report About the End of the World (een variatie op Nostradamus; 1997), Post coitum (2004) en de sequel Perinbaba 2 – A dva svety (2021). Jakubisko schreef voor nagenoeg al zijn films zelf het scenario, aanvankelijk vaak samen met anderen. Eerste deel autobiografie: Zive stribro (2013). Getrouwd met actrice Deana Horváthová, met wie hij in 1993 in Praag de productiemaatschappij Jakubisko Film opzette. Die maakte onder meer Kytice/Wild Flowers (F.A. Brabec, 2000). Voor een Engelstalig documentair profiel van Jakubisko en zijn werk zie: https://youtu.be/ZjCkyOCpXLk (niet embedded wegens leeftijdsbeperking).

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.