de korte film Szpital/The Hospital (Janusz Majewski, 1962), Jutro premiera/Opening Tomorrow (Janusz Morgenstern, 1962), Czarne skrzydla/Black Wings (Petelska en Petelski, 1963), Wiano/Dowry (Jan Lomnicki, 1964), Sublokator/The Lodger (Majewski, 1966), Pieklo i niebo/Heaven and Hell (Stanislaw Rozewicz, 1966), Morderca zostawia slad/The Killer Leaves a Trace (Aleksander Scibor-Rylski, 1967), Pozne popoludnie/Late Afternoon (Scibor-Rylski, 1967) en Sasiedzi/The Neighbours (Scibor-Rylski, 1969). Daarna in Duitsland het arbeidersepos Schneeglöckchen blühen im September (Christian Ziewer, 1974), de kostuumfilm Hauptlehrer Hofer (Peter Lilienthal, 1975), Winterspelt (Eberhard Fechner, 1979) en Der Mond ist nur a nackerte Kugel (Jörg Graser, 1981). Niet te verwarren met de gelijknamige Zwitsers-Amerikaanse componist.
Kurt Weber
87, Mainz, 4 juni, doodsoorzaak onbekend
Pools cameraman. Vooral bekend door zijn werk voor regisseur Tadeusz Konwicki: Zaduszki/Allerzielen (1961), Salto (1965) en het segment Matura in Les rideaux blancs (1965). Debuteerde na de korte documentaire Spacerek staromiejski/A Walk in the Old City of Warsaw (Andrzej Munk, 1958) met de lange speelfilm Baza ludzi umarlych/The Depot of the Dead (Czeslaw Petelski, 1959). Daarna onder meer Kamienne niebo/The Stone Sky (Petelski en Ewa Petelska, 1959), Spotkania w mroku/Encounters in the Dark (Wanda Jakubowska, 1960), het in Locarno bekroonde Ludzie z pociagu/Night Train/People from the Train (Kazimierz Kutz, 1961),