96, Los Angeles, 1 juli, natuurlijke dood
Amerikaans producent en regisseur. Oscarnominatie in de categorie ‘beste film’ voor de klassieker The Graduate (Mike Nichols, 1967). Richtte in 1972 met Norman Foster The Turman/Foster Company op, die vooral actief zou worden in het vervaardigen van televisieproducties. Produceerde ook de eerste remake van The Thing (John Carpenter, 1982), executive producer van de tweede (Matthijs van Heijningen jr., 2011). Regisseerde zelf twee lange speelfilms, de komedies The Marriage of a Young Stockbroker (tevens productie; 1971) en Second Thoughts (1983). Begon zijn loopbaan in de textielhandel van zijn vader. Eerste productiemaatschappij, samen met Stuart Millar, presenteerde onder meer I Could Go On Singing (met Judy Garland; Ronald Neame, 1963) en de verfilming van Gore Vidals The Best Man (Franklin J. Schaffner, 1964). Voorts onder meer producent van The Young Doctors (Phil Karlson, 1961), Stolen Hours (executive producer; Daniel Petrie, 1963), The Flim-Flam Man (Irvin Kershner, 1967), Pretty Poison/De engel met het moordcomplex (executive producer; Noel Black, 1968), The Great White Hope (Martin Ritt, 1970), The Drowning Pool (Stuart Rosenberg, 1975), First Love (Joan Darling, 1977), Heroes (Jeremy Kagan, 1977),
Caveman (Carl Gottlieb, 1981), Mass Appeal (Glenn Jordan, 1984), The Mean Season (Phillip Borsos, 1985), Short Circuit (John Badham, 1986) en de sequel Short Circuit 2 (Kenneth Johnson, 1988), Running Scared (Peter Hyams, 1986), Full Moon in Blue Water (Peter Masterson, 1988), Gleaming the Cube (Graeme Clifford, 1989), de remake van The Getaway (Roger Donaldson, 1994), The River Wild (Curtis Hanson, 1994), Booty Call (Jeff Pollack, 1997), American History X (Tony Kaye, 1998), Kingdom Come (executive producer; Doug McHenry, 2001) en What’s the Worst That Could Happen? (Sam Weisman, 2001). Schreef het boek So You Want to Be a Producer (2005). Directeur van The Peter Stark Producing Program (University of Southern California). Vader van scenarist en producent John Turman.