77, Berkeley Hills CA, 7 april, blaaskanker
Amerikaans documentairemaker, zowel van onafhankelijke, veelal de tegencultuur betreffende films als van opdracht- en reclamefilms. De stelling valt te verdedigen dat zijn Burden of Dreams (1982) over het maken van Fitzcarraldo (Werner Herzog, 1982) beter de gekte van de onderneming (de oorlog tussen Herzog en hoofdrolspeler Klaus Kinski, het over de bergen trekken van een schip ten koste van mensenlevens) uitdrukt dan de film Fitzcarraldo zelf. Vriendschap tussen Blank en Herzog was eerder zichtbaar in Werner Herzog EatsHis Shoe (Blank, 1980), waarin de Duitse regisseur zijn eigen schoen opeet, na het verliezen van een weddenschap met collega Errol Morris, dat deze nooit zijn dierenbegraafplaatsfilm Gates of Heaven (1978) af zou krijgen.
De schoen was gestoofd in veel knoflook, ook al omdat Blank in die tijd een ode aan de stinkende roos maakte, Garlic Is As Good As Ten Mothers(1980). Blank, die zijn meeste films zelf draaide en produceerde, debuteerde met de korte documentaire Dizzie Gillespie (1965).
Voorts onder meer de korte documentaires God RespectsUs When We Work, But Loves Us When We Dance (over een love-in in San Francisco; 1968), The Sun’s Gonna Shine(1969), Chicken Short (1969), het in Chicago bekroond The Blues accordin’ to Lightnin’ Hopkins (1970), Spend It All (1972), A Well SpentLife (over gitarist Mance Lipscomb; samen met Skip Gerson, 1972), Dry Wood (over de herkomst van zydeco; 1973) en Hot Pepper (over Clifton Chenier; 1973). Eerste lange documentaire was het wegens een rechtenkwestieweinig vertoonde A PoemIs a Naked Person (over toetsenist Leon Russell; 1974). Voorts de middellange muziekfilms Chulas fronteras (over TexMex; 1976), Always forPleasure (over New Orleans; 1978) en In HeavenThere Is No Beer? (over de polka; 1984).
Ook de concertfilm Ry Cooder& The Moula Banda RhythmAces: Let’s Have a Ball (1988) mocht bijna nergens vertoond worden, dit keer omdat Cooderhet zelf niet wilde. Daarna ging Blank voort met etno-muzikale verkenningen als J’ai été au bal (over cajunmuziek; 1989), Yum, Yum, Yum! A Taste of Cajun and Creole Cooking (1990), Julie: Old Time Tales of the Blue Ridge (1991), My Old Fiddle: A Visit with Tommy Jarrell in the Blue Ridge (1995), The Maestro: King of the Cowboy Artists (1995) en Sworn to the Drum: A Tribute to Francisco Aguabella (1995). Enigszins atypisch waren Blanks late lange documentaires Innocents Abroad (1991) die een groep Amerikaanse toeristen door Europa volgt
en All in This Tea (2007) over theeverzamelaar David Lee Hoffman. Deed soms het camerawerk voor documentaires van zijn zoon Harrod Blank, zoals Wild Wheels (1992). Draaide eveneens Poto and Cabengo (Jean-Pierre Gorin, 1981) en deed aanvullend camerawerk voor verschillende films van Herzog. Camera operator voor LaszloKovacs bij Easy Rider (Dennis Hopper, 1969).