87, Tbilisi?, 11 februari, doodsoorzaak onbekend
Georgisch chef-camera. Verantwoordelijk voor het beeld van enkele toonaangevende films, zoals Samkauli satrposavits/Ozjerelje dlja mjej ljoebimoj/A Necklace for My Beloved (Tengiz Aboeladze, 1971) en Natvris khe/Drevo zjelanija/The Wishing Tree/De boom der wensen (Aboeladze, 1976). Begonnnen als tweede cameraman van Aleksandr Antipenko bij Vedreba/Molba/Het gebed (Aboeladze, 1967). Draaide ook bij voorbeeld Mze shemodgomisa/Teploje osenjeje solntse/Autumn Sun (Temoeri Palavandisjvili, 1973), Aurzari salkhinetsi/Perepoloch/Commotion (Lana Gogoberidze, 1975), Samanashvilis dedinatsvali/Matsjecha Samanisjvili/Stepmother Samanishvili (Eldar Sjengelaja, 1977), Mshobliuro schemo mitsav! (Raikomis mdivani)/Twoj syn, ziemlo/Earth, This Is Your Son (Rezo Tsjcheidze, 1980), Expres-Inpormatsia/Express Information (Sjengelaja, 1994), Belyj prazdnik/White Feast (Vladimir Naoemov, 1996), Starye kljatsji/Old Hags (Eldar Rjazanov, 2000), het Chileense El fotógrafo (Sebastián Alarcón, 2003) en Blagoslovite zjensjtsjinoe/Bless the Woman (Stanislav Govoroechin, 2003). Draaide ook twee films geregisseerd door zijn zoon Nino Achvlediani.