84, Brussel, 7 augustus, natuurlijke dood
Belgisch antropoloog-filmmaker. Hoogleraar sociale en culturele antropologie aan de Vrije Universiteit van Brussel (1955-92). Aan zijn werk werd in 2008 hommage gebracht door het Amsterdamse festival Beeld voor Beeld, onder meer met vertoning van een documentaire over De Heusch, Wild Thinking/La pensée sauvage (Karine de Villers, 2007). Naast etnografische films maakte De Heusch ook films over kunst. Hij was nauw verbonden met de CoBrA-beweging en schreef artikelen in het gelijknamige tijdschrift. Ook maakte hij de enige CoBrA-film, Perséphone (1951), onder het pseudoniem Luc Zangrie. Begon als assistent van documentairemaker Henri Storck, van wie hij later de biograaf zou worden. Tot De Heusch’ belangrijkste antropologische documentaires behoren Fête chez les Hamba (1955, hermontage1998), Rwanda, tableauxd’une feodalité pastorale (1956), Les gestes du repas(1957), Six mille habitants(1958), Les amis du plaisir(over een Belgisch amateurtoneelgezelschap; 1961), Sur les traces du renard pâle – Recherches en paysDogon 1931-1983 (1984) en Une république devenuefolle – Rwanda 1894-1994 (1996). Films over kunstenaars zijn onder meer Magritte, la leçon des choses (1960)., Alechinsky d’aprèsnature (1970), Dotremont – les logogrammes (1972) en Je suis fou, je suis sot, je suis méchant: autoportrait de James Ensor (1990). De Heusch regisseerde een lange speelfilm gesitueerd in een Luiks arbeidersmilieu, met een scenario van Hugo Claus: Jeudi on chantera comme dimanche (1967).
Veel dank, Hans, en nu maar hopen dat hier in Brux snel een LDH-terugblik wordt georganiseerd, JK