66, Toulon, 24 april, doodsoorzaak onbekend na levenloos te zijn aangetroffen in eigen zwembad
In Indo-China geboren Frans actrice, regisseur en scenarioschrijver. Om haar intelligentie en gedistingeerde schoonheid bewonderde ster, die twee Césars won als beste bijrolactrice. De eerste was bestemd voor twee films, Cousin, cousine (Jean-Charles Tacchella, 1975) en Souvenirs d’en France (André Téchiné, 1975), de tweede voor het deels in Amsterdam opgenomen Barocco (Téchiné, 1976). Maakte een verbluffend debuut in in het tweede deel van de Antoine Doinel-cyclus, als tegenspeelster van Jean-Pierre Léaud in L’amour à vingt ans (episode Antoine et Colette. François Truffaut, 1962). Daarna onder meer in La mort d’un tueur (Robert Hossein, 1963), Baisers volés (Truffaut, 1968), Paulina s’en va (Téchiné, 1969), Céline et Julie vont en bateau (tevens co-scenarist; Jacques Rivette, 1974), Le fantôme de la liberté (Luis Buñuel, 1974), Sérail (Eduardo de Gregorio, 1975), Les apprentis sorciers (Edgardo Cozarinsky, 1975), Le corps de mon ennemi (Henri Verneuil, 1976), The Other Side of Midnight (Charles Jarrott, 1976), L’amour en fuite (Truffaut, 1978), Les soeurs Brontë (Téchiné, 1978), French Postcards (Willard Huyck, 1978), La banquière (Francis Girod, 1980), de titelrol in Chanel Solitaire (George Kaczender, 1981), The Hot Touch (Roger Vadim, 1981), L’as des as (Gérard Oury, 1982), Le prix du danger (Yves Boisset, 1982), Parking (Jacques Demy, 1985), L’oeuvre au noir (André Delvaux, 1987), Marion (Manuel Poirier, 1996), Le temps retrouvé (Raoul Ruiz, 1998) en Un ami parfait (Girod, 2005). Regisseerde en schreef twee speelfilms, Le bal du gouverneur (1989) en Comme un avion (2001). Getrouwd geweest met producent Georges Kiejman.