80, Amsterdam, 18 januari, natuurlijke dood
Nederlands actrice. Kwam na het eindexamen aan de Amsterdamse Toneelschool (1970) terecht bij de innovatieve Toneelgroep Baal van Leonard Frank en speelde daar Dory in Judith Herzbergs stuk Leedvermaak, over de nasleep van de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Ze speelde dezelfde rol in de gelijknamige filmversie (Frans Weisz, 1989) en beide vervolgfilms: Qui vive (Weisz, 2001) en Happy End (Weisz, 2009). Voor haar rol van ‘de koningin’ (Beatrix) in de tv-serie Het jaar van de opvolging (Weisz, 1998) kreeg Brandsma een nominatie voor een Gouden Kalf in de categorie ‘beste actrice in tv-drama’). Ze was een favoriet van regisseur Ab van Ieperen, die haar castte in zijn korte film Heb je Jetta wel ‘ns gehad? (1978), het middellange Achter glas (1981) en de na een conflict tussen regisseur en producent nauwelijks vertoonde lange speelfilm De nietsnut/Identikit (naar Frans Kellendonk; 1992). Opvallend als ‘Joke van der Wal’ (gebaseerd op Carla, de echtgenote van KVP-politicus Norbert Schmelzer) in De mannetjesmaker (Hans Hylkema, 1983). Een van de meest gewaardeerde toneelspeelsters van haar generatie (winnaar van de Theo d’Or in 1982) kwam in films te weinig aan bod, ondanks haar, voor het medium ideale, ingetogen speelstijl. Na haar filmdebuut in de korte film Total loss (top-billed; Kees Meijering, 1967) was ze te zien in de flop Heb medelij, Jet! (Weisz, 1975), in Alle dagen feest (1976), Een vrouw als Eva (Nouchka van Brakel, 1979), Uit elkaar (Herman van Veen, 1979), de jeugdfilm Knokken voor twee (Karst van der Meulen, 1982), het korte De paardentekenaar (top-billed; Thijs Chanowski, 1983), Oeroeg (Hylkema, 1993), Oude tongen (Gerardjan Rijnders, 1994), Tralievader (Danniel Danniel, 1995), de internationale coproductie The Gambler (naar Dostojewski; Károly Makk, 1997), de korte eindexamenfilm Weekend (Nanouk Leopold, 1998), Off Screen (Pieter Kuijpers, 2005) en Doodslag (Kuijpers, 2012). Op televisie onder meer in de series Gat in de grens (Froukje Bos en Ruud Schuitemaker, 1984), Seth & Fiona (Rinus Spoor, 1994), Waltz (Norbert ter Hall, 2006) en Bellicher (Peter de Baan, 2010), alsmede de single plays Dat het ’s ochtends ochtend wordt (door Herzberg, top-billed; Weisz, 1974), Candida (naar Shaw, top-billed in de titelrol; Gerard Rekers, 1982), HET (naar Henry James; Jan Ritsema, 1985), Werther Nieland (naar Reve; Wilbert Bank, 1991) en Duinzicht boven (Rijnders, 1999).