het Brits-Oostenrijkse Unfinished Symphony (top-billed; Forst en Anthony Asquith, 1934), het Italiaanse Casta diva/The Divine Spark (top-billed; Gallone, 1935), Das Schloß in Flandern (Von Bolváry, 1936), Wo die Lerche singt (top-billed; Karl Lamac, 1936), Das Hofkonzert/La chanson du souvenir (top-billed; Detlef Sierck, 1936), Zauber der Boheme/Betovering om la Bohème (tegenover Kiepura; Von Bolváry, 1937) en Immer wenn ich glücklich bin…!/Artistenbloed (top-billed; Lamac. 1938). In Amerika speelde Eggerth slechts in twee filmmusicals, beide met Judy Garland als ster: For Me and My Gal (Busby Berkeley, 1942) en Presenting Lily Mars (Norman Taurog, 1943). Na de oorlog weer in enkele Europese producties: Addio Mimí! (met Kiepura; Gallone, 1949), Valse brillante (met Kiepura; Jean Boyer, 1949), Das Land des Lächelns (met Kiepura; Hans Deppe en Erik Ode, 1952) en een gastrol in Frühling in Berlin (Arthur Maria Rabenalt, 1957).
Mártha Eggerth
101, Rye NY, 26 december, natuurlijke dood
Oorspronkelijk Hongaars zangeres en actrice, in 1938 voor nazi’s via Frankrijk naar VS gevlucht, aldaar genaturaliseerd. Debuteerde als 18-jarige in Csak egy kislány van a világon (Béla Gaál, 1930). Werd snel ster in Duitstalige filmindustrie: Die Bräutigamswitwe (top-billed; Richard Eichberg, 1931), Der Draufgänger (Eichberg, 1931), Eine Nacht im Grandhotel (top-billed; Max Neufeld, 1931), Ein Lied, ein Kuß, ein Mädel (top-billed; Géza von Bolváry, 1932), het door Billy Wilder geschreven Es war einmal ein Walzer (top-billed; Victor Janson, 1932), Das Blaue vom Himmel (top-billed; Janson, 1932), het Engelse Where Is This Lady? (top-billed; Victor Hanbury en László Vajda, 1932), Kaiserwalzer (top-billed; Friedrich Zelnik, 1933), Die Blume von Hawaii (top-billed; Richard Oswald, 1933), Leise fliehen meine Lieder (top-billed; Willi Forst, 1933), tegenover haar latere man, de Poolse tenor Jan Kiepura in Mein Herz ruft nach dir (Carmine Gallone, 1934), Die Czardasfürstin (top-billed; Georg Jacoby, 1934),