83, Los Angeles, 9 januari, doodsoorzaak onbekend
Amerikaans actrice. Werd twee keer genomineerd voor een Oscar in de categorie ‘vrouwelijke bijrol’: als de moeder van het ontvoerde jongetje in Close Encounters of the Third Kind (Steven Spielberg, 1977) en als een suïcidale katholieke lerares in Absence of Malice (Sydney Pollack, 1981). Filmdebuut in The April Fools (Stuart Rosenberg, 1969). Daarvóór improvisatiekomiek in Chicago (Second City) en toneelspeelster op Broadway: ze kreeg een Tony-nominatie voor de rol van Honey in de originele uitvoering van Albees Who’s Afraid of Virginia Woolf? (1962). Dillon werd ook genomineerd voor een Golden Globe als beste nieuwkomer wegens haar rol van de vrouw van Woody Guthrie (David Carradine) in de film Bound for Glory (Hal Ashby, 1976).
Voorts in films als Slap Shot (George Roy Hill, 1977), F.I.S.T. (Norman Jewison, 1978), The Muppet Movie (cameo; James Frawley, 1979), A Christmas Story (Bob Clark, 1983), Songwriter (Alan Rudolph, 1984), Harry and the Hendersons (William Dear, 1987), Staying Together (Lee Grant, 1989), Spontaneous Combustion (Tobe Hooper, 1990), Captain America (Albert Pyun, 1990), The Prince of Tides (Barbra Streisand, 1991), Sioux City (Lou Diamond Phillips, 1994), To Wong Foo, Thanks for Everything! Julie Newmar (Beeban Kidron, 1995), How to Make an American Quilt (Jocelyn Moorhouse, 1995), Magnolia (als de vrouw van quizmaster Philip Baker Hall; Paul Thomas Anderson, 1999), Cowboy Up/Ring of Fire (Xavier Koller, 2001), Adam & Steve (Craig Chester, 2005) en Reign over Me (Mike Binder, 2007). In veel tv-films en enkele series. Gescheiden van acteur Richard Libertini.