85, München-Grünwald, 22 april, na een korte ziekte
Duits regisseur, scenarioschrijver, producent, acteur, bioscoopexploitant en arts. Zoon van acteur Paul Verhoeven (1901-1975) en actrice Doris Kiesow, broer van actrice Lis Verhoeven. Veroorzaakte met zijn snoeiharde, op het Beierse platteland gesitueerde protestfilm tegen de Vietnamoorlog o.k. (tevens scenario en acteur; 1970) zo veel ophef in de competitie van het Berlijnse festival dat het naar aanleiding van de controverse zonder prijstoekenning moest worden afgebroken. In de door Rob Houwer geproduceerde film spelen acteurs met een Beiers accent in Amerikaanse militaire uniformen een gedocumenteerde oorlogsmisdaad na. De jury onder leiding van George Stevens besloot de film niet in overweging te nemen, omdat de vriendschap tussen volkeren er niet mee gediend zou zijn, waarna andere regisseurs, zoals Dusan Makavejev, dreigden op te stappen. Later zou Verhoeven enkele films maken over de Duitse verantwoordelijkheid voor de Tweede Wereldoorlog (‘Vergangenheitsbewältigung’), zoals Die weisse Rose (tevens scenario en productie, over de gelijknamige verzetsgroep van scholieren; 1982), het voor een Oscar genomineerde en met een Zilveren Beer onderscheiden Das schreckliche Mädchen (tevens scenario; 1990) en enkele documentaires. Regiedebuut met Paarungen/The Dance of Death (tevens productie en scenario naar een stuk van August Strindberg; 1967). Tot Verhoevens overige werk behoren de anti-autoritaire sekskomedie Engelchen macht weiter – hoppe, hoppe Reiter/Up the Establishment/Engeltje (productie Houwer; 1969), Der Bettenstudent oder: Was mach’ ich mit den Mädchen?/Student of the Bedroom (productie Houwer; 1970), Wer im Glashaus liebt oder: Der Graben/He Who Lives in a Glass House (tevens productie, scenario en montage, competitie Berlijn 1971), MitGift (tevens scenario; 1976), Gefundenes Fressen (tevens scenario en productie; 1977), Sonntagskinder (tevens scenario en productie; 1980), Killing Cars (tevens scenario en productie; 1986) en Mutters Courage (tevens productie en scenario, naar stuk van George Tabori; 1994).
Daarna schreef, produceerde en regisseerde hij de documentaires Der unbekannte Soldat (2006), Menschliches Versagen (2008) en The Second Execution of Romell Broom/Die zweite Hinrichtung – Amerika und die Todesstrafe (2012). Schreef, produceerde en monteerde Die Spider Murphy Gang (Georg Kostya, 1983), producent van Willkommen bei den Hartmanns (Simon Verhoeven, 2016). Speelde op jeugdige leeftijd in films als Das fliegende Klassenzimmer (Kurt Hoffmann, 1954), Marianne de ma jeunesse (Julien Duvivier, 1955), Der Pauker (Axel von Ambesser, 1958), So angelt man keinen Mann (Hans Deppe, 1959), …und noch frech dazu! (Rolf von Sydow, 1960), Der Jugendrichter (P. Verhoeven, 1960), Ein Student ging vorbei (Werner Klingler, 1960), Mit 17 weint man nicht (Alfred Vohrer, 1960), Ich kann nicht länger schweigen (over het abortusverbod; Wolfgang Bellenbaum, 1962), Wenn beide schuldig werden (Hermann Leitner, 1962), Das Haus in Montevideo (Helmut Käutner, 1963), Jack und Jenny (tegenover Senta Berger; Victor Vicas en Steve Previn, 1963), Lausbubengeschichten (Käutner, 1964) en Onkel Filser – Allerneueste Lausbubengeschichten (Werner Jacobs, 1966). Besloot tegen de wil van zijn vader om niet door te gaan als acteur, maar medicijnen te studeren. Promoveerde in 1969 en werkte enige jaren als arts, ook in de Verenigde Staten. Richtte in 1965 met zijn vrouw, steractrice Senta Berger de productiemaatschappij Sentana op. Vanaf de jaren 70 ook veel televisiewerk. Jurylid in Berlijn (1992). Docent aan de Filmakademie Baden-Württemberg in Ludwigsburg. Medeoprichter van de Deutsche Filmakademie (2003), de Duitse AMPAS/DAFF. Eigenaar en exploitant van enkele bioscooptheaters in Berlijn, zoals Kino Toni (1992-2018) en Filmtheater am Friedrichshain (vanaf 1995). Vader van regisseur, acteur en componist Simon Verhoeven en producent en acteur Luca Verhoeven.