Michel Deville

91, Boulogne-Billancourt (Hauts-de-Seine), 16 februari, doodsoorzaak onbekend

Frans regisseur, scenarioschrijver en dichter. Generatiegenoot van de ‘nouvelle vague’ koos voor een andere koers, met ambachtelijke, verzorgde, vaak poëtische en tedere films gericht op een breed publiek, maar kon desondanks op waardering rekenen van de Cahiers du Cinéma. Schreef geruime tijd zijn scenario’s samen met editor Nina Companeez, later ook met zijn vrouw en producent Rosalinde. Deville won twee keer de in Frankrijk in hoog aanzien staande Prix Louis Delluc, voor de kostuumfilm Benjamin ou Les mémoires d’un puceau/Benjamin dagboek ven een puber (1968) en voor La lectrice (1988). Ook kreeg hij een César als beste regisseur voor Péril en la demeure (competitie Berlijn; 1985) en als scenarist (samen met Gilles Perrault) van de curieuze fakedocumentaire Le dossier 51 (1978). Zijn film Le voyage en douce (1980) haalde ook de competitie in Berlijn, Raphaël ou le débauché (1971) die in Cannes en Un monde presque paisible (2002) die in Venetië. Deville begon zijn loopbaan als assistent van regisseur Henri Decoin bij een dozijn publieksfilms (1953-58). Na een valse start met de slappe genrefilm Une balle dans le canon/De weg van de misdaad (coregie met Charles Gérard, 1958) viel zijn echte debuut Ce soir ou jamais (met Anna Karina; 1961) positief op.

Daarna films als Adorable menteuse (1962), À cause, à cause d’une femme (1963), Lucky Jo (met Eddie Constantine; 1964), Bye bye, Barbara (1969), L’ours et la poupée (met Brigitte Bardot; 1970), La femme en bleu (1973), Le mouton enragé (met Romy Schneider; 1974), Eaux profondes (naar Patricia Highsmiths roman Deep Water, met Isabelle Huppert; 1981), de kinderfilm La petite bande (1983), Le paltoquet (1986), Nuit d’été en ville (1990), La maladie de Sachs (1999) en Un fil à la patte (naar een boulevardklucht van Georges Feydeau; 2005).

Plaats een reactie

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.