87, Parijs, 1 december, kanker
Frans actrice en model, eigenlijk Marie-Hélène Demongeot. Generatiegenoot van Brigitte Bardot, die Demongeot “mijn jongere filmzusje” noemde. Blonde sexy ster met hoofdrollen in bij voorbeeld het tweeluik Les trois mousquetaires (als Milady de Winter; Bernard Borderie, 1961) en de Fantômas-trilogie (als verloofde van Jean Marais; André Hunebelle, 1964-67). Ook in internationale producties als Bonjour tristesse (Otto Preminger, 1958), Sotto dieci bandiere/Under Ten Flags (Duilio Coletti, 1960) en The Private Navy of Sgt. O’Farrell (Frank Tashlin, 1968). Opvallende late bijrollen in 36 Quai des Orfèvres (Césarnominatie voor beste vrouwelijke bijrol; Olivier Marchal, 2004), La Californie (Césarnominatie vrouwelijke bijrol; Jacques Fieschi, 2006) en Sage femme/The Midwife (tegenover Catherine Deneuve; Martin Provost, 2017). Geboren in Nice als dochter van een beroepsmilitair van aristocratische afkomst en een Oekraïense moeder. Populair fotomodel en mannequin maakte haar filmdebuut als M.H. Demongeot in Les enfants de l’amour (Léonide Moguy, 1953), een melodrama over ongehuwde moeders. Ook in onder meer Futures vedettes (als ‘Marielle Demongeot’ tegenover Bardot; Marc Allégret, 1955), It’s a Wonderful World (als ‘Mylène Nicole’; Val Guest, 1956), Quand vient l’amour (top-billed; Maurice Cloche, 1956), Les sorcières de Salem/The Crucible (BAFTA-nominatie ‘beste nieuwkomer’; Raymond Rouleau, 1957), Une manche et la belle/What Price Murder? (Henri Verneuil, 1957), Sois belle et tais-toi (top-billed; Allégret, 1958), Cette nuit là…/In die nacht…!! (top-billed; Maurice Cazeneuve, 1958), Le vent se lève/Time Bomb (Yves Ciampi, 1959), Faibles femmes/3 Franse katjes (Michel Boisrond, 1959), het Engelse Upstairs and Downstairs (Ralph Thomas, 1959), La nottte brava/Big Girls Don’t Cry (Mauro Bolognini, 1959), La battaglia di Maratona/The Giant of Marathon (Jacques Tourneur en Bruno Vailati, 1959), Un amore a Roma (top-billed; Dino Risi, 1960), The Singer not the Song/De zwarte tiran (Roy Ward Baker, 1961),
Il ratto delle sabine/Romulus and the Sabines/De Sabijnse Maagdenroof (tegenover Roger Moore; Richard Pottier, 1961), Copacabana Palace (Steno, 1962), Oro per I Cesari (André De Toth, 1963), À cause, à cause d’une femme (Michel Deville, 1963), Doctor in Distress (Thomas, 1963), L’appartement des filles (top-billed; Deville, 1963), Onkel Toms Hüttte/De negerhut van oom Tom (Géza von Radványi, 1965), Furia à Bahia pour OSS 117/OSS 117 Furie in Bahia (Hunebelle, 1965), Tendre voyou (gastrol; Jean Becker, 1966), 12 + 1/Opgestaan plaatsvergaan (Nicolas Gessner en Luciano Lucignani, 1969), Le champignon (top-billed; Marc Simenon, 1970), L’explosion (Simenon, 1971), het Canadese Quelques arpents de neige (Denis Héroux, 1972) en J’ai mon voyage! (Héroux, 1973), Il faut vivre dangereusement (Claude Makovski, 1975), Un jour un tueur (top-billed; Serge Korber, 1979), Signé Furax (tevens productie; Simenon, 1981), Surprise Party (Roger Vadim, 1983), Le bâtard (Bertrand Van Effenterre, 1983), Flics de choc (Jean-Pierre Desagnat, 1983), Tenue de soirée (cameo; Bertrand Blier, 1986) La piste du télégraphe (Liliane de Kermadec, 1994), L’homme ideal (Xavier Gélin, 1997), Victoire (Stéphanie Murat, 2004), Camping (Fabien Onteniente, 2006) en twee vervolgfilms (2010-16), Sous les toits de Paris (Hiner Saleem, 2007), Tricheuse (Jean-François Davy, 2009), Oscar et la dame rose (Éric-Emmanuel Schmitt, 2009), Si tu meurs, je te tue (Saleem, 2011), Elle s’en va/On My Way (tegenover Deneuve; Emmanuelle Bercot. 2013) en Maison de retraite (Thomas Gilou, 2022). Publiceerde het non-fictieboek Trës chers escrocs (2019), over een oplichtingsaffaire, waarbij haar twee miljoen euro afhandig gemaakt werd. Activist voor dierenrechten en pleitbezorger voor het recht op euthanasie. Gescheiden van fotograaf Henri Coste, weduwe van regisseur Marc Simenon.