66, Belgrado, 10 januari, doodsoorzaak onbekend
Servisch actrice. Het bruidje in de Joegoslavische klassieker Ko to tamo peva?/Wie zingt daar zo? (Slobodan Sijan, 1980) had een lange carrière voor de camera, zowel nationaal als internationaal, met opmerkelijk veel naaktscènes. Opgeleid als filosoof. Debuut als 12-jarige in San/The Dream (Mladomir ‘Purisa’ Djordjevic, 1966). Onder meer in Jutro/The Morning (Djordjevic, 1967), Podne/Noon (Djordjevic, 1968), de titelrol in Visnja na Tasjmadanu/The Girl in the Park (Stole Jankovic, 1968), het Franse Un peu, beaucoup, passionnément… (Robert Enrico, 1971), Quand la ville s’éveille (Pierre Grasset, 1977) en Le grand ruban (Philippe Roussel, 1990), het Britse Venom (Peter Sykes, 1971), het West-Duitse Chamsin (Veit Relin, 1972), het Italiaanse Beati i ricchi (Salvatore Samperi, 1972), Paolo il caldo (Marco Vicario, 1973) en L’erotomane (Vicario, 1974), het Amerikaanse Shaft in Africa (John Gullermin, 1973), de partizanenfilm Sutjeska/The Fifth Offensive (Stipe Delic, 1973), het Macedonische Ispravi se, Delfina (Aleksandar Gjurcinov, 1977), het in Oostenrijk opgenomen Dark Echo (George Robotham, 1977), Varljivo leto ‘68/The Elusive Summer of ’68 (Goran Paskaljevic, 1984), Tajvanska canasta/Taiwan Canasta (Goran Markovic, 1985), Andjeo cuvar/Guardian Angel (Paskaljevic, 1987), Haloa- praznik kurva/Aloha – Festival of Whores (top-billed; Lordan Zafranovic, 1988), Vreme cuda/Time of Miracles (Paskaljevic, 1989) en S.O.S. (Sijan, 2007). Weduwe van acteur Rade Markovic.