Als het aan producent David O. Selznick had gelegen, zou Pilbeam ook de hoofdrol hebben gespeeld in Hitchcocks Amerikaanse debuut Rebecca (1940), maar de regisseur vond haar te jong en koos voor Joan Fontaine als de geterroriseerde bruid; die zou er net als tegenspeler Laurence Olivier een Oscarnominatie mee verdienen. De dochter van acteur Arnold Pilbeam zou uiteindelijk vooral in het theater haar bestemming vinden. Ze maakte haar filmdebuut als 8-jarige in de hoofdrol van het echtscheidingsdrama Little Friend (Berthold Viertel, 1934).
Tot haar overige films behoren Tudor Rose/Nine Days a Queen (top-billed als Lady Jane Grey; Robert Stevenson, 1936), Cheer Boys Cheer/Een vrouw doet zaken (top-billed; Walter Forde, 1939), Pastor Hall (Roy Boulting, 1940), Banana Ridge (Walter C. Mycroft, 1942), als Nederlandse in The Next of Kin (Thorold Dickinson, 1942), Yellow Canary (Herbert Wilcox, 1943), This Man Is Mine (Marcel Varnel, 1946), Green Fingers (John Harlow, 1947), The Three Weird Sisters (Daniel Birt, 1948), Counterblast/Devil’s Plot (Paul L. Stein, 1948). Was kort getrouwd met de in 1941 neergestorte regisseur Pen Tennyson, daarna hertrouwd met BBC-radiojournalist Alexander Whyte.
Nova Pilbeam
Engels actrice. Werd op jonge leeftijd vooral bekend door haar rollen in twee films van Alfred Hitchcock: als de ontvoerde dochter in de eerste versie van The Man Who Knew Too Much (1934) en top-billed als 17-jarige in Young and Innocent/The Girl Was Young (1937). Ze maakte indruk als de dochter van een politieman die de onschuld van een voortvluchtige verdachte probeert aan te tonen.