79, Los Angeles, 11 oktober, longontsteking
Amerikaans actrice, artiestennaam van Diane Hall, regisseur en producent. Boegbeeld van ‘New Hollywood’ en in zekere zin van de tweede feministische golf. Won een Oscar voor haar overrompelende, semi-autobiografische titelrol van naamgenoot Annie Hall (Woody Allen, 1977), een onzeker maar eigenzinnig stijlicoon in de schaduw van neuroot Alvy Singer (Allen, haar voormalige minnaar), beiden onweerstaanbaar door hun bijtende zelfspot. Allen en Keaton hadden elkaar ontmoet als tegenspelers in het door Allen geschreven toneelstu op Broadway Play It Again, Sam (1969) en herhaalden die rollen in de gelijknamige filmversie (Herbert Ross, 1972). Keaton en Allen bleven vrienden en ze speelde onder zijn regie in de films Sleeper (1973), Love and Death (1975), Interiors (1978) , Manhattan (1979), Radio Days (cameo als zangeres; 1987) en Manhattan Murder Mystery (1993). Na Annie Hall werd Keaton nog drie keer genomineerd voor een Oscar in de categorie ‘beste vrouwelijke hoofdrol’: Reds (als radicaal journalist Louise Bryant; Warren Beatty, 1982), Marvin’s Room (Jerry Zaks, 1996) en Something’s Gotta Give (Nancy Meyers, 2003). Na haar filmdebuut in Lovers and Other Strangers (Cy Howard, 1970) viel Keaton voor het eerst op in de rol van Kay, de niet-Italiaanse echtgenote van maffiachef Michael Corleone (Al Pacino) in The Godfather (Francis Ford Coppola, 1972); ze speelde het personage opnieuw in The Godfather Part II (Coppola, 1974) en Part III (Coppola, 1990).