Amerikaans film- en theaterregisseur, scenarioschrijver, producent en ondernemer. Getraind als cameraman in de luchtmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog, regisseerde hij enkele korte documentaires, zoals Muscle Beach (1948) en maakte deel uit van een collectief dat de experimentele film The Savage Eye (met Ben Maddow en Sidney Meyers, 1960) tot stand bracht. Kreeg vooral bekendheid als regisseur van innovatieve literatuurverfilmingen van lastig geachte boeken: The Balcony (naar Jean Genet; 1963) Ulysses (naar James Joyce; 1967), Tropic of Cancer (naar Henry Miller; 1970) en A Portrait of the Artist as a Young Man (naar Joyce; 1977). Won een Oscar als producent en regisseur van de korte documentaire Interviews with My Lai Veterans (1971). Naast zijn eigen films produceerde Strick Never Cry Wolf (Carroll Ballard, 1983). Oprichter-directeur van verschillende bedrijven die bijvoorbeeld geavanceerde bewegingsmechanica ontwikkelden voor pretparken.
Kazuo Ohno
103, Yokohama, 1 juni, longfalen
Japans danser en choreograaf. Grondlegger van de butoh, de moderne Japanse dans. Hoofdrolspeler van de film Das geschriebene Gesicht (Daniel Schmid, 1995). Ook te zien in de films A Portrait of Mr. O/O-shi no shozo (Chiaki Nagano, 1969) en The Scene of the Soul (Katsumi Hirano, 1999). Antony and the Johnsons droegen hun album The Crying Light (2009) op aan Ohno, wiens beeltenis ook de cover siert.
Merata Mita
68, Auckland, 31 mei, vermoedelijke hartaanval
Nieuw-Zeelands regisseur en actrice. Maakte vooral documentaires over Maori-onderwerpen, zoals Bastion Point: Day 507 (1980), Patu! (over het oproer bij de tournee van Zuid-Afrikaans rugbyteam, 1983) en de kunstenaarsbiografie Hotere (2001). Was ook de eerste vrouwelijke regisseur van een lange speelfilm in Nieuw-Zeeland, Mauri (1988). Speelde rollen in twee films geregisseerd door haar man Geoff Murphy, Utu (1983) en Spooked (2004). Ook actief als producent en scenarist.
William A. Fraker
86, Los Angeles, 31 mei, kanker
Amerikaans cameraman en regisseur. Werd zes keer genomineerd voor een Oscar, als director of cinematography van Looking for Mr. Goodbar (Richard Brooks, 1977), Heaven Can Wait (Warren Beatty en Buck Henry, 1978), 1941 (Steven Spielberg, 1979), WarGames (John Badham, 1983) en Murphy’s Romance (Martin Ritt, 1985), alsmede voor de visual effects van 1941 (samen met A.D. Flowers en Gregory Jein). Studeerde in 1950 af op camera aan de filmschool van de University of Southern California (USC), maar debuteerde pas veel later als DoP met de thriller Games (Curtis Harrington, 1967). Daarna verantwoordelijk voor het beeld van onder meer The Fox (Mark Rydell, 1967), Rosemary’s Baby (Roman Polanski, 1968), Bullitt (Peter Yates, 1968), Paint Your Wagon (Joshua Logan, 1969), The Day of the Dolphin (Mike Nichols, 1973), Rancho Deluxe (Frank Perry, 1975), Aloha Bobby and Rose (Floyd Mutrux, 1975), Gator (Burt Reynolds, 1976), Exorcist II: The Heretic (John Boorman, 1977), Old Boyfriends (Joan Tewkesbury, 1979), Divine Madness (Michael Ritchie, 1980), Sharky’s Machine (Reynolds, 1981), The Best Little Whorehouse in Texas (Colin Higgins, 1982), Irreconcilable Differences (Charles Shyer, 1984), Protocol (Herbert Ross, 1984), Baby Boom (Shyer, 1987), Chances Are (Emile Ardolino, 1989), An Innocent Man (Yates, 1989), The Freshman (Andrew Bergman, 1990), Memoirs of an Invisible Man (John Carpenter, 1992), Honeymoon in Vegas (Bergman, 1992), Tombstone (George P. Cosmatos, 1993), Father of the Bride Part II (Shyer, 1995), The Island of Dr. Moreau (John Frankenheimer, 1996), Rules of Engagement (William Friedkin, 2000), Town & Country (Peter Chelsom, 2001) en Waking Up in Reno (Jordan Brady, 2002). Regisseerde de western Monte Walsh (1970), gevolgd door A Reflection of Fear (1973) en The Legend of the Lone Ranger (1981), alsmede enkele televisieproducties. Vervulde drie termijnen als voorzitter van de American Society of Cinematographers (ASC) en komt aan het woord in de documentaire over camerawerk Visions of Light (Arnold Glassman, Todd McCarthy en Stuart Samuels, 1992).
Joan Rhodes
90, Londen, 30 mei, doodsoorzaak onbekend
Engels revueartiest en actrice, pseudoniem van Josie Terena. Trad op als ‘sterke vrouw’, die telefoonboeken door midden kon scheuren en mannen optilde. Gastrollen in een aantal films: Johnny You’re Wanted (Vernon Sewell, 1956), Burke & Hare (Sewell, 1972), The Pink Panther Strikes Again (Blake Edwards, 1976) en als kokkin in The Elephant Man (David Lynch, 1980).
Dame Pat Evison
85, Wellington, 30 mei, natuurlijke dood
Nieuw-Zeelands actrice, geboren als Helen June Patricia Blamires. Speelde de moeder van Mel Gibson in Tim (Michael Pate, 1979) en Violet Carnegie in de tv-serie The Flying Doctors (1986-91). Ook in andere Australische films, zoals Caddie (Donald Crombie, 1976), The Earthling (Peter Collinson, 1980), A Street to Die (Bill Bennett, 1985), Emma’s War (Clytie Jessop, 1986), What the Moon Saw (Pino Amenta, 1990) en, in eigen land, My Grandpa Is a Vampire (David Blyth, 1991). Ook veel theater en televisie. In 1993 benoemd tot Dame of the British Empire.