Baby Marie Osborne


99, San Clemente CA, 11 november, doodsoorzaak onbekend

Amerikaans kinderactrice en wardrobe mistress, geboren als Helen Alice Myres. Werd als driejarige ontdekt door regisseur Henry King, die haar een jongensrol gaf in Should a Wife Forgive? (1915). Was daarna de ster van het populaire drama Little Mary Sunshine (King, 1916) en speelde tot haar achtste in nog een kleine dertig korte en lange films, waaronder een reeks zogeheten Baby Marie-films van regisseur William Bertram, bij voorbeeld Daddy’s Girl (1918), Cupid by Proxy (1918), The Old Maid’s Baby (1919) en Miss Gingersnap (1919). Haar roem leidde zelfs tot het op de markt brengen van Baby Marie-poppen, maar haar stiefouders wisten alle inkomsten snel te verkwanselen. Na een baantje als winkelbediende, bezorgde King haar figurantenrollen. Zo was ze ook de stand-in van Ginger Rogers in bij voorbeeld The Gay Divorcee (Mark Sandrich, 1934), Swing Time (George Stevens, 1936) en Shall We Dance? (Sandrich, 1937). Nog later kreeg ze werk op de kledingafdeling van films als Cleopatra (Joseph L. Mankiewicz, 1963) en The Way We Were (Sydney Pollack, 1973). Credits als wardrobe mistress voor onder meer How to Murder Your Wife (Richard Quine, 1965), The Godfather: Part II (Francis Ford Coppola, 1974) en Harry and Walter Go to New York (Mark Rydell, 1976).

Amos Lavi


57, Tel Aviv, 9 november, doodsoorzaak onbekend

In Libië geboren Israëlisch acteur, soms vermeld als Amos Lavie. Onder meer in Goodbye, New York (Amos Kollek, 1985), The Mummy Lives (Gerry O’Hara, 1993), Promised Land (Amos Gitai, 2004), Munich (Steven Spielberg, 2005), Lemon Tree/Etz limon (Eran Riklis, 2008) en Carmel (Gitai, 2009).

Addison Powell


89, Shelburne VT, 8 november, doodsoorzaak onbekend

Amerikaans bijrolacteur. Onder meer in The Mating Game (George Marshall, 1959), In the French Style (Robert Parrish, 1963), The Thomas Crown Affair (Norman Jewison, 1968), The Reincarnation of Peter Proud (J. Lee Thompson, 1975), Three Days of the Condor (Sydney Pollack, 1975), als admiraal Nimitz in MacArthur (Joseph Sargent, 1977) en The Rosary Murders (Fred Walton, 1987).

Jan Van Raemdonck


88, België, 7 november, natuurlijke dood

Belgisch filmproducent. Pionier van de commerciële Vlaamse cinema was feitelijk de eerste professionele filmproducent in zijn cultuurgebied. Hij specialiseerde zich in literatuurverfilmingen en boerendrama’s, hetgeen hem ook bij de jongere generatie een negatieve reputatie bezorgde, als de vleesgeworden cinéma de papa. De Nederlands-Belgische coproductie Mira (Fons Rademakers, 1971) naar Stijn Streuvels (scenariobewerking Hugo Claus) haalde de competitie van Cannes en werd in beide landen een grote hit, die de roem vestigde van hoofdrolspelers Willeke van Ammelrooy en Jan Decleir. Was aanvankelijk producent van kunstdocumentaires, onder meer over Pablo Picasso (1949), die werden geregisseerd door kunstcriticus Paul Haesaerts. Van Raemdoncks Brusselse productiehuis Kunst en Kino maakte voorts onder meer La chambre rouge (Jean-Pierre Berckmans, 1972), De loteling (naar Hendrik Conscience; Roland Verhavert, 1973), Isabelle devant le désir (Berckmans, 1974), Pallieter (naar Felix Timmermans; Verhavert, 1975), Doctor Vlimmen (coproducent; Guido Pieters, 1978), Vrijdag (Claus, 1980), De vlaschaard (naar Streuvels; Jan Gruyaert, 1983), de flop De Leeuw van Vlaanderen (naar Conscience; Claus, 1984), Wildschut (Bobby Eerhart, 1985), Het gezin Van Paemel (naar Cyriel Buysse; Paul Cammermans, 1986) en het drieluik The Secrets of Love (Harry Kümel, 1986). Daarna werkte Van Raemdonck vooral voor televisie, zoals de serie Het verdriet van België (naar Claus; Claude Goretta, 1995). De catalogus van Kunst en Kino is gekocht door Eyeworks. In 2002 kreeg Van Raemdonck samen met Verhavert in Gent een Joseph Plateau Life Achievement Award.

Wim Bary


81, Amstelveen, 7 november, natuurlijke dood

Nederlands acteur, televisieregisseur en schouwburgdirecteur. Speelde vanaf 1947 bij verschillende grote toneelgezelschappen en was bij de KRO in dienst als regisseur van televisiedrama’s (1954-60). Docent aan de Maastrichtse toneelacademie en directeur van de schouwburgen in Tilburg (1961-74) en Amstelveen (1974-99). Enkele kleine filmrollen, bij voorbeeld in de Reve-verfilming Lieve jongens (Paul de Lussanet, 1980) en als notaris in De prooi (Vivian Pieters, 1985). Oprichter van het Wim Baryfonds voor jonge kunstenaars in theater en muziek.

Jill Clayburgh


66, Lakeville CT, 5 november, chronische leukemie

Amerikaans actrice. In de jaren zeventig een prototype (naast onder meer Jane Fonda, Glenda Jackson en Diane Keaton) van de onafhankelijke, door de tweede golf van het feminisme geïnspireerde filmvrouw. Wellicht het beste voorbeeld was het personage in An Unmarried Woman (Paul Mazursky, 1978), waarvoor Clayburgh werd bekroond als beste actrice in Cannes en een Oscarnominatie kreeg. Ook voor Starting Over (Alan J. Pakula, 1979) kreeg ze een jaar later een Oscarnominatie in de categorie beste vrouwelijke hoofdrol. Eveneens zeer opmerkelijk in het oedipale drama La Luna (Bernardo Bertolucci, 1979). Rijkeluisdochter uit New York ging naar de juiste scholen en speelde in verschillende Broadwayproducties. Bescheiden filmdebuut in The Wedding Party (Brian De Palma, 1969), gevolgd door een grotere rol in de verfilming van Philip Roths bestseller Portnoy’s Complaint (Ernest Lehman, 1972). Daarna in The Thief Who Came to Dinner (Bud Yorkin, 1973), The Terminal Man (Mike Hodges, 1974), als scerwball-ster Carole Lombard in de flop Gable and Lombard (Sidney J. Furie, 1976), Silver Streak (Arthur Hiller, 1976) en Semi-Tough (Michael Ritchie, 1977). In de jaren tachtig boette Clayburghs stercarrière enigszins aan kracht in. Ze speelde onder meer in de onafhankelijke productie It’s My Turn (Claudia Weill, 1980), First Monday in October (Ronald Neame, 1981), Hanna K. (Costa-Gavras, 1983), de Cannon-productie Shy People (Andrei Konchalovsky, 1987), Whispers in the Dark (Christopher Crowe, 1992), Le Grand Pardon II (Alexandre Arcady, 1992), Naked in New York (Daniel Algrant, 1993), Fools Rush In (Andy Tennant, 1997), het Vlaamse Vallen (Hans Herbots, 2001), Running with Scissors (Ryan Murphy, 2006), Love and Other Drugs (Edward Zwick, 2010) en het nog uit te brengen Bridesmaids (Paul Feig, 2011). Op televisie onder meer als de moeder van Ally McBeal (1999-2001) en in de series Leap of Faith (2002), Nip/Tuck (2004) en Dirty Sexy Money (2007-09). Had een relatie met Al Pacino (1970-75), daarna getrouwd met toneel- en scenarioschrijver David Rabe, moeder van actrice Lily Rabe.