Frans actrice. Tussen 1946 en 1951 verbonden aan de Comédie Française. Speelde in films als La vie de plaisir (Albert Valentin, 1944), Justice est faite (André Cayatte, 1951), Les mains sales (naar Sartre; Fernand Rivers, 1951), Moulin Rouge (John Huston, 1952), Si Paris nous était conté (Sacha Guitry, 1956), Pot-bouille (Julien Duvivier, 1957), The Greengage Summer (Lewis Gilbert, 1961) en Le diable et les dix commandements (Duvivier, 1962).
Nederlands balletdanser. Speelde een rol in de door Bert Haanstra gedraaide en gemonteerde speelfilm Myrte en de demonen (Paul Bruno Schreiber, 1948) en als dansleraar in de Wolkersverfilming Brandende liefde (Ate de Jong, 1983).
Iers toneel- en scenarioschrijver, pseudoniem van John Keyes Byrne. De film Da (Matt Clark, 1988) was gebaseerd op zijn scenario naar het gelijknamige met een Tony bekroonde toneelstuk (1978) en zijn roman Home before Night. Ook schreef Leonard de film Widows’ Peak (John Irvin, 1994), alsmede vele televisieproducties. Voorts was Broth of a Boy (George Pollock, 1959) een bewerking van een van zijn stukken en schreef hij de scripts van Interlude (Kevin Billington, 1968), Great Catherine (Gordon Flemyng, 1968), het scabreuze Percy (Ralph Thomas, 1971) en Our Miss Fred (Bob Kellett, 1972).
Nederlands cameraman. Verwierf een grote reputatie als vaste cameraman en rechterhand van regisseur Bert Haanstra. Beheerste als weinigen in Nederland de kunst van het draaien van documentaires met zware 35mm-camera’s. Begon als camera-assistent van Eduard van der Enden bij Haanstra’s eerste speelfilm Fanfare (1958). Studeerde in 1961 af aan het Centro Sperimentale di Cinematografia in Rome. Was sinds Alleman (1963) verantwoordelijk voor het beeld in bijna alle films van Haanstra. Director of photography en doorgaans ook camera operator van lange documentaires als De stem van het water (Haanstra, 1966), Bij de beesten af (Haanstra, 1972), Addo, koning der dieren (samen met Hugo van Lawick; Caroline Brett, 2002) en African Bambi (Alan Miller, 2007), naast korte documentaires als Leven in Leeuwarden (Piet van Moock, 1962), Toets (Zilveren Beer in Berlijn; Tim Tholen, 1968), Den Biesbos (Kees Hin, 1973), Nationale Parken…noodzaak (Haanstra, 1978), Nederland (Haanstra, 1983), Monument voor een gorilla (Haanstra, 1987), Kinderen van Ghana (Haanstra, 1989), Falling (Thijs Bayens, 1998) en Serengeti A to Z (Manfred Poppenk, 2000). Ook verantwoordelijk voor de lange speelfilms Palaver (Emile Degelin, 1969), Dokter Pulder zaait papavers (Haanstra, 1975), Een pak slaag (Haanstra, 1979), Tiro! (Jacob Bijl, 1979) en Vroeger kon je lachen (Haanstra, 1983). Regisseerde en draaide de opdrachtfilm De tijd zal het leren (1978) en de wildlife-documentaire The Cheetah Family (1999). Werd in december 2008 geëerd door het Instituut voor Beeld en Geluid en bij die gelegenheid benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Broer van cameraman Bert van Munster.
Amerikaans toneel- en scenarioschrijver. Twee Oscarnominaties, voor de scenariobewerkingen van The Nun’s Story (met Audrey Hepburn; Fred Zinnemann, 1959) en I Never Sang For My Father (naar zijn eigen stuk; Gilbert Cates, 1970). Bewerkte eerder zijn stuk Tea and Sympathy voor film (Vincente Minnelli, 1956). Schreef ook de scenario’s van Until They Sail (Robert Wise, 1957) en The Sand Pebbles (Wise, 1966). Getrouwd geweest met actrice Teresa Wright.
Amerikaans film- en televisieacteur, eigenlijk Eugene Carey. Aanvankelijk onder contract bij Warner Bros. en vanaf 1953 Columbia. Veelal als stoïcijnse militair of revolverheld. Debuteerde tegenover John Wayne in Operation Pacific (George Waggner, 1951). Voorts onder meer I Was a Communist for the FBI (Gordon Douglas, 1951), The Tanks Are Coming (D. Ross Lederman en Lewis Seiler, 1951), This Woman Is Dangerous (Felix E. Feist, 1952), Springfield Rifle (André De Toth, 1952), Gun Fury (Raoul Walsh, 1953), tegenover Doris Day in Calamity Jane (David Butler, 1953), top-billed in The Nebraskan (Fred F. Sears, 1953), Wyoming Renegades (top-billed; Sears, 1954), They Rode West (Phil Karlson, 1954), Massacre Canyon (top-billed; Sears, 1954), The Outlaw Stallion (top-billed; Sears, 1954), Pushover (Richard Quine, 1954), The Long Gray Line (John Ford, 1955), Mister Roberts (Ford en Mervyn LeRoy, 1955), Count Three and Pray (George Sherman, 1955), Wicked As They Come (Ken Hughes, 1956), The Shadow on the Window (top-billed; William Asher, 1957), Return to Warbow (top-billed; Ray Nazarro, 1958), Screaming Mimi (Gerd Oswald, 1958), Black Gold (top-billed; Leslie H. Martinson, 1962), Dead Ringer (Paul Henreid, 1964), The Time Travelers (Ib Melchior, 1964), The Great Sioux Massacre (Sidney Salkow, 1965), The Seven Minutes (Russ Meyer, 1971), Fighting Mad (Jonathan Demme, 1976) en Monster (Kenneth Herts, 1979).
Zingend (in uniform) met Doris Day en Howard Keel in Calamity Jane