John Hughes


59, New York, 6 augustus, hartaanval

Amerikaans regisseur, scenarioschrijver en producent. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met een reeks van intelligente tienerkomedies uit de jaren tachtig, die hij voor een groot deel zelf regisseerde. De cyclus van teenage angst lanceerde ook de carrière van een generatie jonge filmacteurs, die bekend werden onder de verzamelnaam ‘The Brat Pack’: Molly Ringwald, Ally Sheedy, Judd Nelson, Anthony Michael Hall en anderen. Journalist van het tijdschrift National Lampoon debuteerde als scenarioschrijver met National Lampoon’s Class Reunion (Michael Miller, 1982), gevolgd door Mr. Mom (Stan Dragoti, 1983), National Lampoon’s Vacation (Harold Ramis, 1983), Nate and Hayes (Ferdinand Fairfax, 1983), National Lampoon’s European Vacation (Amy Heckerling, 1985) en National Lampoon’s Christmas Vacation (Jeremiah S. Chechik, 1989). De echte tienercyclus begon met Sixteen Candles (tevens Hughes’ regiedebuut, 1984). Verder kun je ertoe rekenen The Breakfast Club (tevens productie; Hughes, 1985), Weird Science (Hughes, 1985), Ferris Bueller’s Day Off (tevens productie; Hughes, 1986) en Pretty in Pink (scenario en productie; Howard Deutch, 1986). Voorts regisseerde Hughes Planes, Trains & Automobiles (ook scenario en productie; 1987), She’s Having a Baby (tevens scenario en productie; 1988), Uncle Buck (tevens scenario en productie; 1989) en Curly Sue (tevens scenario en productie; 1991). Het commerciële succes van Hughes’ relatief goedkope tienerfilms, die ook nog eens vrij goed kritieken kregen, bezorgde Hughes een vooraanstaande positie in Hollywood. Hij produceerde en schreef Some Kind of Wonderful (Deutch, 1987), The Great Outdoors (Deutch, 1988), de megahit Home Alone (Chris Columbus, 1990), Career Opportunities (Bryan Gordon, 1991), Dutch (Peter Faiman, 1991), Home Alone 2: Lost in New York (Columbus, 1992), Dennis the Menace (Nick Castle, 1993), Baby’s Day Out (Patrick Read Johnson, 1994), een remake van Miracle on 34th Street (Les Mayfield, 1994), de live-actionversie van Disney’s 101 Dalmatians (Stephen Herek, 1996), Flubber (Mayfield, 1997), Home Alone 3 (Raja Gosnell, 1997) en Reach the Rock (William Ryan, 1998). Ook produceerde hij een door zijn zoon James geschreven meer rebelse tienerfilm, New Port South (Kyle Cooper, 2001). Hughes sr. schreef nog meer films, zoals de familiehit over een sint-bernardshond Beethoven (onder het aan De graaf van Monte Cristo ontleende pseudoniem Edmond Dantès; Brian Levant, 1992), het vervolg Beethoven’s 2d (Rod Daniel, 1993), de Amerikaanse remake van de Franse blockbuster Les visiteurs, getiteld Just Visiting (Jean-Marie Poiré, 2001), Maid in Manhattan (als Dantès; Wayne Wang, 2002) en Drillbit Taylor (als Dantès; Steven Brill, 2008). Hughes speelde enkele rolletjes in zijn films, bijvoorbeeld als de vader van Hall in The Breakfast Club.

Trailer van The Breakfast Club

Budd Schulberg


95, Westhampton NY, 5 augustus, natuurlijke dood

Amerikaans scenarioschrijver, journalist en romanauteur, voluit Seymour Wilson Schulberg. Zoon van Paramount-producent B.P. Schulberg. Won een Oscar voor het script van On the Waterfront (Elia Kazan, 1954). Leverde officieuze bijdragen aan de scripts van A Star Is Born (William A. Wellman, 1937) en Nothing Sacred (Wellman, 1937). Eerste verfilmde eigen script was voor Little Orphan Annie (Ben Holmes, 1938). Schreef ook films als Winter Carnival (mede samen met F. Scott Fitzgerald; Charles Reisner, 1939), Weekend for Three (samen met Dorothy Parker; Irving Reis, 1941), Five Were Chosen (Herbert Kline, 1942), City without Men (Sidney Salkow, 1943), Government Girl (Dudley Nichols, 1943), A Face in the Crowd (Kazan, 1957) en Wind across the Everglades (tevens executive producer, samen met zijn broer Stuart; Nicholas Ray, 1958). Phillip Yordan maakte een filmbewerking van Schulbergs roman The Harder They Fall (Mark Robson, 1956).Steven Spielberg nam in 2001 een optie op de filmrechten van Schulbergs bekendste roman, What Makes Sammy Run uit 1941. Een andere bekende roman was The Disenchanted (1950), een fictionalisering van zijn samenwerking met Scott Fitzgerald.
In de Tweede Wereldoorlog werkte Schulberg samen met de documentaire-eenheid van John Ford en verzamelde bewijsmateriaal voor het tribunaal van Neurenberg. In die laatste hoedanigheid arresteerde hij Leni Riefenstahl in Kitzbühel, om haar Nazi-kopstukken in haar filmmateriaal te laten identificeren. Schreef ook scripts voor de propagandafilms The Nazi Plan (George Stevens, 1945) en Nuremberg (Pare Lorentz, 1946). Weduwnaar van actrice Geraldine Brooks.

Blake Snyder


51, Los Angeles?, 4 augustus, hartstilstand
Amerikaans scenarioschrijver en auteur. Schreef de hitkomedie Stop! Or My Mom Will Shoot (Roger Spottiswoode, 1992) met Sylvester Stallone, die ook een Razzie won voor het slechtste scenario van het jaar (samen met William Osborne en William Davies). Schreef daarna samen met Colby Carr voor Disney het minder succesvolle Blank Check (Rupert Wainwright, 1994). Mede gebaseerd op Snyders reputatie om scripts duur te verkopen scoorde hij een bestseller over regels voor het scenarioschrijven, Save the Cat! The Last Book You’ll Ever Need about Screenwriting (2003). De titel verwijst naar de tip om de held van een film te introduceren door hem iets aardigs te laten doen, zoals het redden van een kat.
Two thumbs down van Siskel & Ebert

Jean-Paul Roussillon


Un conte de Noël
78, Auxerre, 31 juli, longkanker

Frans acteur, verbonden aan de Comédie Française. Won een César in de categorie beste mannelijke bijrol als de echtgenoot van Catherine Deneuve in Un conte de Noël (Arnaud Desplechin, 2008) en werd in dezelfde categorie genomineerd voor Une hirondelle a fait le printemps (Christian Carion, 2001). Filmdebuut in La chair et le diable (Jean Jasipovici, 1954). Voorts onder meer in Voici le temps des assassins (Julien Duvivier, 1956), Der Fuchs von Paris (Paul May, 1958), Weekend à Zuydcoote (Henri Verneuil, 1964), La truite (Joseph Losey, 1982), Hors-la-loi (Robin Davis, 1984), On meurt que deux fois (Jacques Deray, 1985), Mon beau-frère a tué ma soeur (Jacques Rouffio, 1986), Hôtel de France (Patrice Chéreau, 1987), Maladie d’amour (Deray, 1987), La fille de l’air (Maroun Bagdadi, 1993), La fille de D’Artagnan (Bertrand Tavernier, 1994), On connaît la chanson (Alain Resnais, 1997), En jouant ‘Dans la compagnie des hommes’ (Desplechin, 2003) en Rois et reine (Desplechin, 2004).

Harry Alan Towers


88, Toronto, 31 juli, longontsteking en hartfalen

Engels producent en scenarioschrijver, vaak onder het pseudoniem Peter Welbeck. Aanvankelijk kinderacteur en radiomaker. Produceerde een kleine honderd films in vele landen, zoals Coast of Skeletons (Robert Lynn, 1963), Victim Five (Lynn, 1964), Mozambique (Lynn, 1965), Twenty-Four Hours to Kill (Peter Bezencenet, 1965), Ten Little Indians (George Pollock, 1965), The Face of Fu Manchu (Don Sharp, 1965), Circus of Fear (John Llewellyn Moxey, 1966), Our Man in Marrakesh (Sharp, 1966), The Brides of Fu Manchu (Sharp, 1966), The Million Eyes of Sumuru (Linday Shonteff, 1967), The Vengeance of Fu Manchu (Jeremy Summers, 1967), Rocket to the Moon (Sharp, 1967), The Blood of Fu Manchu (Jesus Franco, 1968), Der heiße Tod/99 Women (Franco, 1969), Marquis de Sade: Justine (Franco, 1969), The Castle of Fu Manchu (Franco, 1969), Paroxismus/Venus in Furs (Franco, 1969), Il trono di fuoco (Franco, 1970), Nachts, wenn Dracula erwacht/Count Dracula (Franco, 1970), Dorian Gray (Massimo Dallamano, 1970), Eugenie/De Sade 70 (met een hoofdrol voor zijn vrouw Maria Rohm; Franco, 1970), Treasure Island (John Hough, 1972), The Call of the Wild (Ken Annakin, 1972), Ein unbekannter rechnet ab/Ten Little Indians (Peter Collinson, 1974), King Solomon’s Treasure (Alvin Rakoff, 1977), The Shape of Things to Come (George McCowan, 1979), Fanny Hill (Gerry O’Hara, 1983), Skeleton Coast (John ‘Bud’ Cardos, 1987), Gor (Fritz Kiersch, 1987), Dragonard (Gérard Kikoïne, 1987), Platoon Leader (Aaron Norris, 1988), Edge of Sanity (Kikoïne, 1989), American Ninja 3: Blood Hunt (Cedric Sundstrom, 1989), Outlaw of Gor (Cardos, 1989), The Phantom of the Opera (Dwight H. Litlle, 1989), Delta Force 3: The Killing Game (Sam Firstenberg, 1991), The Hitman (Norris, 1991), Night Terrors (Tobe Hooper, 1993), The Mangler (Hooper, 1995), Cry, the Beloved Country (Darrell Roodt, 1995) en Sumuru (Roodt, 2003). Schreef veel van zijn eigen producties.

Trailer van The Castle of Fu Manchu

Mary Carrillo


89, Madrid, 31 juli, natuurlijke dood

Spaans actrice, geboren als Maria Carrillo Moreno. Debuteerde in Mexicaanse ballingschap, in Don Juan tenorio (René Cardona, 1937) en zou daar ook de titelrol vertolken in de locale hit Marianela (Benito Perojo, 1940). Keerde in de jaren vijftig terug naar Spanje en zou in talloze films optreden, te beginnen met de hoofdrol in El pisito (Marco Ferreri, 1959). Onder meer in Gouden-Beerwinnaar Las truchas (José Luis García Sánchez, 1978), El crimen de Cuenca (Pilar Miró, 1981), Gary Cooper, que estás en los cielos (Miró, 1981), La colmena (Mario Camus, 1982), Entre tinieblas (Pedro Almodóvar, 1983) en Los santos inocentes (Camus, 1984). Weduwe van de Mexicaanse acteur Diego Hurtado.

Met Julieta Serrano (als moeder-overste) in Entre tinieblas