Gianna Maria Canale


Met Totò in Il coraggio

81, Florence, 13 februari, doodsoorzaak onbekend

Italiaans actrice. Werd in 1947 bijna Miss Italië, pal achter de latere actrice Lucia Bosé. Weduwe van regisseur Riccardo Freda, die haar in vele sandalen- en avonturenfilms een rol gaf. Debuut in Aquila nera (Freda, 1946). Onder meer in Totò le Moko (Carlo Ludovico Bragaglia, 1949), Vedi Napoli e puoi muori (top-billed; Freda, 1951), Go for Broke! (Robert Pirosh, 1951), Spartaco (Freda, 1953), Teodora, imperatrice di Bisanzio (top-billed; Freda, 1954), Madame du Barry (Christian-Jaque, 1954), Il coraggio (Domenico Paolella, 1955), Napoléon (Sacha Guitry, 1955), I vampiri (top-billed; Freda, 1956), Le schiave di Cartagine (top-billed; Guido Brignone, 1957), Le fatiche di Ercole/Hercules (Pietro Francisci, 1958), The Silent Enemy (William Fairchild, 1958), La Gerusalemme liberata (Bragaglia, 1958), La rivolta dei gladiatori (Vittorio Cottafavi, 1958), Les nuits de Raspoutine (Pierre Chenal, 1960), de titelrol in La regina delle Amazzoni (Vittorio Sala, 1960), La venere dei pirati (top-billed; Mario Costa, 1961), Il figlio di Spartacus (Sergio Corbucci, 1963), La tigre dei sette mari (top-billed; Luigi Capuano, 1963), Il boom (Vittorio de Sica, 1963) en La máscara de Scaramouche (Antonio Isasi-Ismendi, 1963).

Claude Nollier

89, Parijs, 12 februari, natuurlijke dood

Frans actrice. Tussen 1946 en 1951 verbonden aan de Comédie Française. Speelde in films als La vie de plaisir (Albert Valentin, 1944), Justice est faite (André Cayatte, 1951), Les mains sales (naar Sartre; Fernand Rivers, 1951), Moulin Rouge (John Huston, 1952), Si Paris nous était conté (Sacha Guitry, 1956), Pot-bouille (Julien Duvivier, 1957), The Greengage Summer (Lewis Gilbert, 1961) en Le diable et les dix commandements (Duvivier, 1962).

Johan Mittertreiner


Met ballerina Greetje Donker

93, Amsterdam, 12 februari, doodsoorzaak onbekend

Nederlands balletdanser. Speelde een rol in de door Bert Haanstra gedraaide en gemonteerde speelfilm Myrte en de demonen (Paul Bruno Schreiber, 1948) en als dansleraar in de Wolkersverfilming Brandende liefde (Ate de Jong, 1983).

Hugh Leonard

82, Dublin, 12 februari, doodsoorzaak onbekend

Iers toneel- en scenarioschrijver, pseudoniem van John Keyes Byrne. De film Da (Matt Clark, 1988) was gebaseerd op zijn scenario naar het gelijknamige met een Tony bekroonde toneelstuk (1978) en zijn roman Home before Night. Ook schreef Leonard de film Widows’ Peak (John Irvin, 1994), alsmede vele televisieproducties. Voorts was Broth of a Boy (George Pollock, 1959) een bewerking van een van zijn stukken en schreef hij de scripts van Interlude (Kevin Billington, 1968), Great Catherine (Gordon Flemyng, 1968), het scabreuze Percy (Ralph Thomas, 1971) en Our Miss Fred (Bob Kellett, 1972).

Anton van Munster

74, Blaricum, 11 februari, hersentumor

Nederlands cameraman. Verwierf een grote reputatie als vaste cameraman en rechterhand van regisseur Bert Haanstra. Beheerste als weinigen in Nederland de kunst van het draaien van documentaires met zware 35mm-camera’s. Begon als camera-assistent van Eduard van der Enden bij Haanstra’s eerste speelfilm Fanfare (1958). Studeerde in 1961 af aan het Centro Sperimentale di Cinematografia in Rome. Was sinds Alleman (1963) verantwoordelijk voor het beeld in bijna alle films van Haanstra. Director of photography en doorgaans ook camera operator van lange documentaires als De stem van het water (Haanstra, 1966), Bij de beesten af (Haanstra, 1972), Addo, koning der dieren (samen met Hugo van Lawick; Caroline Brett, 2002) en African Bambi (Alan Miller, 2007), naast korte documentaires als Leven in Leeuwarden (Piet van Moock, 1962), Toets (Zilveren Beer in Berlijn; Tim Tholen, 1968), Den Biesbos (Kees Hin, 1973), Nationale Parken…noodzaak (Haanstra, 1978), Nederland (Haanstra, 1983), Monument voor een gorilla (Haanstra, 1987), Kinderen van Ghana (Haanstra, 1989), Falling (Thijs Bayens, 1998) en Serengeti A to Z (Manfred Poppenk, 2000).
Ook verantwoordelijk voor de lange speelfilms Palaver (Emile Degelin, 1969), Dokter Pulder zaait papavers (Haanstra, 1975), Een pak slaag (Haanstra, 1979), Tiro! (Jacob Bijl, 1979) en Vroeger kon je lachen (Haanstra, 1983). Regisseerde en draaide de opdrachtfilm De tijd zal het leren (1978) en de wildlife-documentaire The Cheetah Family (1999). Werd in december 2008 geëerd door het Instituut voor Beeld en Geluid en bij die gelegenheid benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Broer van cameraman Bert van Munster.

Robert Anderson

91, New York, 9 februari, longontsteking

Amerikaans toneel- en scenarioschrijver. Twee Oscarnominaties, voor de scenariobewerkingen van The Nun’s Story (met Audrey Hepburn; Fred Zinnemann, 1959) en I Never Sang For My Father (naar zijn eigen stuk; Gilbert Cates, 1970). Bewerkte eerder zijn stuk Tea and Sympathy voor film (Vincente Minnelli, 1956). Schreef ook de scenario’s van Until They Sail (Robert Wise, 1957) en The Sand Pebbles (Wise, 1966). Getrouwd geweest met actrice Teresa Wright.