Ook maakte hij met Louis van Gasteren de stroboscopische filminstallatie Out of My Skull (1965), verboden dor de Nederlandse Filmkeuring, omdat schadelijke effecten niet konden worden uitgesloten. De samenwerking van Van Gasteren en Gardner is ook gedocumenteerd in Nema aviona za Zagreb (Van Gasteren, 2012). Tot Gardners overige filmwerk behoren het korte Blunden Harbour (1951), The Hunters (over de San; samen met John Marshall, 1957), Dead Birds (over de Dani in Nieuw-Guinea; 1963), Rivers of Sand (over de Hamar in Ethiopië; 1973), het korte Sons of Shiva (samen met Askos Ostor, 1985) en het middellange Ika Hands (1988). Gardner publiceerde memoires onder de titel The Impulse to Preserve. Reflections of a Filmmaker (2006). Niet te verwarren met documentaireregisseur Robert H. Gardner (Empire of Faith, The Courage to Care).
Robert Gardner
88, Cambridge MA, 21 juni, hartfalen
Amerikaans antropoloog-filmmaker. Zoon van bankier en mecenas George Peabody Gardner. Opgeleid aan Harvard als kunsthistoricus (BA, 1947), werkte enige tijd voor het Byzantijns Instituut van Amerika in Washington. Werd dankzij het werk van Ruth Benedict (1887-1948) verleid door de culturele antropologie en behaalde zijn MA in 1957, ook aan Harvard. Richtte daar hetzelfde jaar The Film Study Center op, dat hij zou leiden tot 1997. Maakte tijdens zijn studie foto’s voor een expeditie naar de San (‘Bosjesmannen’) in de Kalahariwoestijn. Zijn filmwerk is bewonderd, vooral als pionier van etnografische cinema zonder commentaar, waarin de beelden voor zichzelf moeten spreken, en ook omstreden. De bekendste film is Forest of Bliss (1988) over het dagelijks leven in de heilige stad Benares (nu: Varanasi): de film werd zeer gewaardeerd om de esthetische en spirituele kwaliteiten, maar ook door wetenschappers bekritiseerd wegens incoherentie en verfraaiingen.