85, Brens (Tarn), 23 januari, natuurlijke dood
Frans regisseur en scenarioschrijver van Roemeens-Joods afkomst, soms onder het pseudoniem John Thomas. Internationaal vooral bekend door de komedies die hij schreef en regisseerde met Louis de Funès in de hoofdrol: L’homme orchestre/Met de muziek mee (1970) en Sur un arbre perché/Boven op een boom (1971). Het huwelijksdrama Les feux de la chandeleur (met Annie Girardot en Jean Rochefort, tevens scenario; 1972) werd geselecteerd voor de competitie in Cannes. Maakte een tiental pornofilms onder de schuilnaam John Thomas, bij voorbeeld À bout de sexe (1975), Hard Love/IJsk(l)ontjes voor een hete bliksem (1975), Dans la chaleur de Julie (1975), Hurlements de plaisir (1976) en Pornotissimo (1977). Was eind jaren 50 in Parijs een cabaretclub begonnen, ‘le Cheval d’Or’. Maakt een achttal korte films voor Pierre Braumberger. Een negende, geproduceerd door Marin Karmitz, werd wel opgemerkt: Un jour à Paris (1962). Eerste lange speelfilm: Le dix-septième ciel (met Jean-Louis Trintignant; 1966). Voorts onder meer Un idiot à Paris (1967), La petite vertu (1968), Ursule et Grelu (met Girardot; 1974), Et vive la liberté (met les Charlots; 1978), Cherchez l’erreur (1980), À notre regrettable époux (1988) en Les Bidochon (1996). Werkte in toenemende mate alleen voor tv, onder meer als regisseur en producent van documentaires als Béjart!… Vous avez dit Béjart?… (samen met en over choreograaf Maurice Béjart; 2005), Gabin intime, aristocrat et paysan (2006), Louis de Funès intime (2007), Boris Vian, swing à Saint-Germain des Prés (2010) en Jean-Louis Trintignant, pourquoi que je vis (2012). Speelde kleine rollen in onder meer Tire-au-flanc 62 (Claude de Givray en François Truffaut, 1960), Cléo de 5 à 7 (Agnès Varda, 1962) en sommige van zijn eigen films. Schreef samen met Michel Audiard het scenario van Canicule (Yves Boisset, 1984). Het filmblad Positif schreef in 1977 dat de pornocarrière van Korber/Thomas voortvloeide uit een bijeenkomst met Truffaut en Claude Chabrol in 1975, die besloten hadden om de Franse censuur op de proef te stellen. De drie regisseurs lootten wie van hen drieën het zou uitproberen. Het werd Korber, en zijn film L’essayeuse/Love Play werd in hoger beroep verboden, het negatief verbrand en de regisseur-producent veroordeeld tot een forse boete (1977), maar de andere pornofilms van Thomas werden na het stellen van dit voorbeeld aan de professionele filmindustrie wel gedoogd. Ook dook een videoversie alsnog op in de jaren 80. De meeste van Korbers films werden gemonteerd door zijn echtgenote Marie-Claire, de porno onder het pseudoniem Airelle Rebroc.