87, Engeland?, 10 december, doodsoorzaak onbekend
Engels actrice, artiestennaam van Shirley Broomfield. Speelde sleutelrollen in innovatieve films uit het begin van de jaren 60 als Peeping Tom (Michael Powell, 1960), The Entertainer (tegenover Laurence Olivier; Tony Richardson, 1960) en Saturday Night and Sunday Morning (tegenover Albert Finney; Karel Reisz, 1960). Oorspronkelijk fotomodel, na een gedeeltelijk in kindertehuizen doorgebrachte jeugd. Debuut zonder credit in Simon and Laura (Muriel Box, 1955), officieel in Lost/Achter de schermen van Scotland Yard (Guy Green, 1956). Voorts bijrolletjes in bij voorbeeld It’s Never Too Late (Michael McCarthy, 1956), It’s a Wonderful World (Val Guest, 1956), The Good Companions/De show gaat door (J. Lee Thompson, 1957) en The Flesh Is Weak (Don Chaffey, 1957). Eerste hoofdrol in Horrors of the Black Museum (Arthur Crabtree, 1959). Daarna in films als Once More, With Feeling! (Stanley Donen, 1960),
Beat Girl (Edmond T. Gréville, 1960), Man in the Moon (Basil Dearden, 1960), The War Lover (tegenover Steve McQueen; Philip Leacock, 1962), The Damned (Joseph Losey, 1962), Kings of the Sun (Thompson, 1963), Lunch Hour (top-billed; James Hill, 1963), Marcia nuziale/Wedding March (Marco Ferreri, 1966), Doctor in Clover (Ralph Thomas, 1966), Alfie (Lewis Gilbert, 1966), House of the Living Dead (Ray Austin, 1974), My Beautiful Laundrettte (Stephen Frears, 1985), Shag (Zelda Barron, 1988), Getting It Right (Randal Kleiser, 1989), The Rachel Papers (Damian Harris, 1989), Hear My Song (Peter Chelsom, 1991), At Risk (top-billed; Elana Krausz, 1994), Loving Deadly (Kris Kertenian, 1994), Christie Malry’s Own Double-Entry (Paul Tickell, 2000), The Kid (Nick Moran, 2010) en The Power of Three (Yvonne Deutschman, 2011). Ook veel theater en televisie.