90, Nassau (Bahama’s), 31 oktober, na een lange ziekte
Schots steracteur, geboren als Thomas Sean Connery. Vaak omschreven als de meest sexy filmacteur van de 20ste eeuw en als grootste Schot aller tijden. Hij dankte zijn faam vooral aan de rol van James Bond in de eerste vijf films: Dr. No (Terence Young, 1962), From Russia with Love/Veel liefs uit Moskou (Young, 1963), Goldfinger (Guy Hamilton, 1964), Thunderball (Young, 1965) en You Only Live Twice (Lewis Gilbert, 1967). Na een eenmalige vervanging door George Lazenby, hernam Connery de rol van geheim agent 007 in Diamonds Are Forever (Hamilton, 1971), samen met A Bridge Too Far (Richard Attenborough, 1977) de enige filmrol die Connery (gedeeltelijk) in Nederland opnam. Een tweede comeback als Bond was in de buiten de officiële reeks vallende productie Never Say Never Again (Irvin Kershner, 1983). Enige Oscar (en enige nominatie) kreeg hij voor zijn bijrol in The Untouchables (Brian De Palma, 1987).
Zoon van een vrachtwagenchauffeur en een schoonmaakster uit Edinburgh, monsterde als 15-jarige aan bij de marine. Was ook melkboer en model voordat hij een figurantenrol kreeg in de theatermusical South Pacific. Eerste filmfiguratie in Lilacs in the Spring (Herbert Wilcox, 1954), officieel debuut in de gangsterfilm No Road Back (Montgomery Tully, 1957). Daarna in Hell Drivers (Cy Endfield, 1957), Action of the Tiger (Young, 1957), Time Lock (Gerald Thomas, 1957), Another Time, Another Place (tegenover Lana Turner; Lewis Allen, 1958), Darby O’Gill and the Little People (Robert Stevenson, 1959), Tarzan’s Greatest Adventure (John Guillermin, 1959), The Frightened City (John Lemont, 1961), On the Fiddle (Cyril Frankel, 1961) en The Longest Day (episodes Ken Annakin, 1962). Na het succes van de eerste Bond-films (ook Connery’s eerste top-billing) was hij te zien in Woman of Straw (tegenover Gina Lollobrigida; Basil Dearden, 1964), Marnie (Alfred Hitchcock, 1964) en The Hill (Sidney Lumet, 1965). Voorts onder meer in A Fine Madness (Kershner, 1966), Shalako (tegenover Brigitte Bardot; Edward Dmytryk, 1968), Krasnaja palatka/The Red Tent (tegenover Claudia Cardinale; Michail Kalatozov, 1969), The Molly Maguires (Martin Ritt, 1970), The Anderson Tapes (Lumet, 1971), The Offence (Lumet, 1973), Zardoz (John Boorman, 1973), Murder on the Orient Express (Lumet, 1974), Ransom (Casper Wrede, 1974), The Wind and the Lion (John Milius, 1975), The Man Who Would Be King (tegenover zijn oudste vriend Michael Caine; John Huston, 1975),
Robin and Marian (tegenover Audrey Hepburn; Richard Lester, 1976), The Next Man (Richard C. Sarafian, 1976), The First Great Train Robbery (Michael Crichton, 1978), Meteor (Ronald Neame, 1979), Cuba (Lester, 1979), Outland (Peter Hyams, 1981), Time Bandits (als Agamemnon; Terry Gilliam, 1981), Wrong Is Right/The Man with the Deadly Lens (Richard Brooks, 1982), Five Days One Summer (Fred Zinnemann, 1982), Sword of the Valiant (Stephen Weeks, 1984), Highlander (Russell Mulcahy, 1986), The Name of the Rose (Jean-Jacques Annaud, 1986) en The Presidio (Hyams, 1988). In de rol van de vader van Harrison Ford nam Connery in Indiana Jones and the Last Crusade (Steven Spielberg, 1989) voor het eerst de functie aan van mentor, zoals vele volgende films, bij voorbeeld als Dustin Hoffmans criminele vader in Family Business (Lumet, 1989). Latere films waren The Hunt for Red October (John McTiernan, 1990), The Russia House (tegenover Michelle Pfeiffer; Fred Schepisi, 1990), Highlander II: The Quickening (Mulcahy, 1991), Robin Hood: Prince of Thieves (als koning Richard; Kevin Reynolds, 1991), Medicine Man (McTiernan, 1992), Rising Sun (Philip Kaufman, 1993), A Good Man in Africa (Bruce Beresford, 1994), Just Cause (Arne Glimcher, 1995), First Knight (als koning Arthur; Jerry Zucker, 1995), The Rock (Michael Bay, 1996), The Avengers (Jeremiah Chechik, 1998), , Playing by Heart (Willard Carroll, 1998), Entrapment (Jon Amiel, 1999), Finding Forrester (Gus Van Sant, 2000) en The League of Extraordinary Gentlemen (Stephen Norrington, 2003). Er is ook een imposant lijstje te maken van de rollen die Connery uiteindelijk niet speelde, zoals de fotograaf in Blowup (het werd David Hemmings; Michelangelo Antonioni, 1966), of Gandalf in de trilogie van The Lord of the Rings (Ian McKellen; Peter Jackson, 2001-03). Connery regisseerde een weinig vertoonde documentaire, The Bowler and the Bunnet (1967), over de arbeidsverhoudingen op een Schotse scheepswerf. Actief lid van de Scottish National Party (SNP). Bezat huizen in Marbella, later in de Bahama’s en het Griekse Kranidi, waar hij een helikopter zou delen met zijn buren, de Nederlandse koninklijke familie. In 2000 in de adelstand verheven, ondanks aanvankelijke bezwaren tegen zijn politieke opvattingen en een dubieuze belastingmoraal. Jongere broer Neil Connery had een kortstondige loopbaan als filmacteur. Gescheiden van de Australische actrice Diane Cilento, vader van acteur Jason Connery.