94, München, 17 februari, doodsoorzaak onbekend

 Duits actrice, eigenlijk Alice Toni Selma Ziemann. Ster van naoorlogse Heimatfilms als Schwarzwaldmädel (Hans Deppe, 1950) en Grün ist die Heide (Deppe, 1951), vaak tegenover het Oostenrijkse matinee-idool Rudolf Prack. Debuteerde als 18-jarige in Die Windstoß (Walter Felsenstein, 1942). Daarna bij voorbeeld Geliebter Schatz (Paul Martin, 1943) en Hundstage (Géza von Cziffra, 1944). Naoorlogs debuut in het Oostenrijkse Freunde (E.W. Emo, 1945). Daarna onder meer in Liebe nach Noten (voor het eerst tegenover Prack; Von Cziffra, 1947), Wege im Zwielicht (Gustav Fröhlich, 1948), Die Freunde meiner Frau (top-billed; Deppe, 1949), Nächte am Nil (top-billed; Arthur Maria Rabenalt, 1949), Nach Regen scheint Sonne (top-billed; Erich Kobler, 1949), Die lustigen Weiber von Windsor (top-billed; Georg Wildhagen, 1950), Schön muß man sein (top-billed; Ákos Ráthonyi, 1950), Die Frauen des Herrn S. (top-billed; Martin, 1951), Johannes und die 13 Schönheitsköniginnen (top-billed; Alfred Stöger, 1951), Die Diebin von Bagdad (top-billed; Karel Lamac, 1952), Alle kann ich nicht heiraten (top-billed; Hans Wolff, 1952), het Engelse Made in Heaven (John Paddy Carstairs, 1952), Am Brunnen vor dem Tore (top-billed; Wolff, 1952), Hollandmädel (top-billed als Antje; J.A. Hübler-Kahla, 1953), Die Privatsekretärin (top-billed; Martin, 1953),

Meine Schwester und ich (top-billed; Martin, 1954), Die sieben Kleider der Katrin (top-billed; Deppe, 1954), Die große Starparade (Martin, 1954), Der Zarewitsch (Rabenalt, 1954), Liebe ohne Illusion (top-billed; Erich Engel, 1955), Ich war ein hässliches Mädchen (top-billed; Wolfgang Liebeneiner, 1955), Mächen ohne Grenzen (top-billed; Géza von Radványi, 1955), Das Bad auf der Tenne (top-billed; Martin, 1956), Dany, bitte schreiben Sie (top-billed; Eduard von Borsody, 1956), Opernball (tegenover Johannes Heesters; Ernst Marischka, 1956), Kaiserball (top-billed; Franz Antel, 1956), het Italiaanse Suprema confessione (Sergio Corbucci, 1956), Die Zürcher Verlobung (cameo; Helmut Käutner, 1957), Frühling in Berlin (top-billed; Rabenalt, 1957), het Franse Tabarin (Richard Pottier, 1958) en Sérénade au Texas (cameo tegenover Luis Mariano; Pottier, 1958), het Poolse Ósmy dzien tygodnia/The Eighth Day of the Week (top-billed tegenover Zbigniew Cybulski; Aleksander Ford, 1958), Liebe auf krummen Beinen (top-billed; Thomas Engel, 1959), Menschen im Hotel (Gottfried Reinhardt, 1959), Abschied von den Wolken (Reinhardt, 1959), Strafbataillon 999 (top-billed; Harald Philipp, 1960), Nacht fiel über Gotenhafen/Om het naakte leven (top-billed; Frank Wisbar, 1960), het Amerikaanse The Secret Ways (Phil Karlson, 1961), Denn das Weib ist schwach (top-billed; Wolfgang Glück, 1961), het Engelse A Matter of WHO (Don Chaffey, 1961), Der Traum von Lieschen Müller/Happy-End im siebten Himmel (top-billed; Käutner, 1961), Ihr schönster Tag (Paul Verhoeven, 1962), het Britse, in Zuid-Afrika opgenomen Journey into Nowhere (Denis Scully, 1962), Axel Munthe – Der Arzt von San Michele (Giorgio Capitani en Rudolf Jugert, 1962), Frühstück mit dem Tod (top-billed; Antel, 1962), het Deense Halløj i himmelsengen/2X2 im Himmelbett (Erik Balling, 1965) en het Amerikaanse The Bridge at Remagen (John Guillermin, 1969) en De Sade (Cy Endfield, 1969). Getuige in de documentaire Die Helden von Bern (Stefan Kleber en Oliver Merz, 2004). Weduwe van de Poolse schrijver Marek Hlasko en de Zwitserse acteur Charles Regnier.