89, Los Angeles, 1 maart, complicaties van een val
Amerikaans kinderacteur. Bijnaam: Pudge. Zoon van zanger en componist Will Donaldson. Vanaf 4 jaar in hoorspelen en andere radioprogramma’s. Filmdebuut in een hoofdrol (als eigenaar van een dansende rups) tegenover Cary Grant in Once Upon a Time (Alexander Hall, 1944). Ook prominent in A Tree Grows in Brooklyn (regiedebuut van Elia Kazan, 1945). Top-billed in Adventures of Rusty (Paul Burnford, 1945), over de vriendschap tussen een jongen en zijn hond, en zeven vervolgfilms: The Return of Rusty (William Castle, 1946), For the Love of Rusty (John Sturges, 1947), The Son of Rusty (Lew Landers, 1947), My Dog Rusty (Landers, 1948), Rusty Leads the Way (Will Jason, 1948), Rusty Saves a Life (Seymour Friedman, 1949) en Rusty’s Birthday (Friedman, 1949). Tot zijn overige films behoren Mr. Winkle Goes to War/Arms and the Woman (Alfred E. Green, 1944), A. Guy, a Gal and a Pal (Budd Boetticher, 1945), Personality Kid (George Sherman, 1946), The Red Stallion (Lesley Selander, 1947), The Decision of Christopher Blake (titelrol; Peter Godfrey, 1948), The Green Promise (William D. Russell, 1949), Phone Call from a Stranger (Jean Negulesco, 1952) en Flight Nurse/Helden zonder glorie (uncredited; Allan Dwan, 1953). Als volwassene onder meer dramadocent en boekverkoper.